- 2 -
COHTRIBUTIEs
We "besluiten de eerste bladzijde van dit mededelingenblaadje met wederom een
oproep tot het voldoen van de contributie over 1962.
Zij, die nog geen lidmaatschapskaart over 1962 hebben ontvangen, weten dat zij
nog niet hebben betaald.
Doe het nu. Giro 378787 Oostburg. Minimumcontributie s 150 per jaar.
Mag ook in postzegels betaald worden, liefst 4 en 12 centspostzegels, te
zenden aan het secretariaats Helsinkistraat 2, Oostburg.
BEWAKIÏÏGSTERREIHEN
Haast de bewakingsterreinen, welke wij reeds hadden, is er dit jaar weer een
nieuw-.- bijgekomen. Steeds verder breidt dit uit,
Het terrein, dat ook onder toezicht is genomen is de HEHRICUSPUT, in de
Henricuspolder, onder de gemeente Oostburg.
Lage weideterrein, drassig, broedplaats van kluut, kievit, tureluur.
Er is ons in het oor gefluisterd, dat hier wel eens de watersnip zou hebben
gebroed. Als bev/aker treedt op, de heer J, de Zwart te Oostburg. Hartelijk
dank aan de eigenaren/pachters van deze weiden, die de ons bekende borden op
hun terrein willen hebben.
Helpt U ook mede, dat ongewenste gasten niet meer op dit terrein komen?
Reacties van een lids
BOHTE KRAAIEHs
Toen ik nog in *-t Hoorden van ons land woonde, zag ik daar 1 s winters op mijn
wandelingen veel bonte kraaien. Men merkte er soms meer op dan zwarte kraaien
en roeken. Hadat ik mij hier had gevestigd, viel mij in het winterse land
schap onmiddellijk, ophet ontbreken. van. deLentokraai.—Ju—do-- laatste winters
heb ik er geen enkele kunnen signaleren, totdat ik op maandag, 19 febr. 1962,
tijdens een fietstocht tussen een troep roeken bij een stortplaats van vuilnis
aan de zeedijk bij Groede één bonte kraai ontdekte. Is het zeldzaam voor
komen van de bonte kraai een verschijnsel geworden voor ons gehele land of al
leen voor deze streken?
Meidoornhagen?
Het is mij opgevallen, dat in de laatste jaren de meidoornhagen, welke zulk
een mooie stoffering gaven aan onze polders, meer en meer gerooid worden.
B»v. een lange meidoornhaag, welke liep van de steenfabriek bij Aardenburg
naar de Westeree. De bedoeling is duidelijks winning van meer 'oultuurgrond,
bouw of weiland. Deze meidoornhagen gaven aan duizenden kleine zangvogels
nestgelegenheid. Vooral 's winters kan men door het ontbreken van het blad de
verlaten nesten gemakkelijk zien. Het landschap wordt door het opruimen van
deze hagen armer aan zangvogels. Deze vogels verdelgen in het voorjaar en
zomer een niet te onderschatten hoeveelheid rupsen, eitjes en poppen van
schadelijke insecten. Moet hier niet gesproken worden van verstoring van het
biologisch evenwicht op akkers, weilanden en in boomgaarden? Is hier ook niet
sprake van zuinigheid, die de wijsheid bedriegt? Men verkrijgt iets meer cul
tuurgrond, maar men verjaagt de verdelgers van vraatzuchtige insecten en de
landbouwer moet nog meer dan tot nu toe zijn toevlucht nemen tot chemische
bestrijdingsmiddelen om het "venijn" de baas te blijven. Dat kost extra werk
en geld. In de IJselmeerpolders vindt men veel kleine bosschages, die bij de
ontginning reeds tevoren geplant waren. Zij geven aan het landschap een
vriendelijker aanblik en geven tevens aan de zangvogels woon- en broedgelegen—
heid. Ongetwijfeld heeft de planologische dienst van deze polders ook de ge
dachte voorgezetenaan de landbouwers in deze nieuwe polders, de hulp te
geven van een biologische bestrijding van schadelijke insecten. Men heeft dus
vruchtbare cultuurgrond opzettelijk bestemd voor de aanplant van struikgewas
en heeft dit klaarblijkelijk nuttig en nodig geoordeeld.