HET _KOUDE VOORJAAR - 4 - is allerwege kenbaar aan de vogelstand. Is het IJ opgevallen, dat de vogels dit jaar zeer laat zijn gearriveerd? Plaatselijk is het aantal kieviten gering in vergelijking met andere jaren. Ook de zwaluwenstand schijnt zich zeer slecht aan te Passen aan het koude weer. Ze kwamen zeer laat terug. Wanneer het koude weer aan blijft houden, dan is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat we dit Oaar een rampjaar beleven. De klutenstand cp het Grote Gat en omgeving geeft dit jaar een grote opleving. Reeds is een record aantal nesten aangetroffen. Laten wij hopen, dat de waterstand door regenval geen roet in het eten gooit. Mevr. Cruson uit Breskens deelde ons mede, dat zij in januari een zwartkopje als overwinteraar op de voedertafel had. Eerste gegeven van dien aard in ons gewest. De gr. bonte specht schijnt zich ondanks alle moeilijkheden langzamer hand uit te breiden. B QEVERZV7ALWEF kunnen wij op vele plaatsen in ons gewest aantreffen. IJ kunt hen helpen aan broedgelegenheid, wanneer IJ steile kanten in afgravingen, die IJ op vele plaatsen aantreft even afsteekt met een schop. Eerst natuurlijk vragen aan de eigenaar.Een laagje van 1 cm harde bovenlaag afsteken is reeds voldoende. Weet U kolonies? Geef ze door aan het secretariaat, daar er over het gehele land een telling wordt gehouden van het aantal broedvogels. Zetten wij weer i eens ons beste beentje voor? UILENBALLEN werden van verschillende zijden ontvangen zou men denken,na de laatste oproep. Helaas was dat met het geval. Zijn geen uilen meer in ons gewest aanwezig? We zouden het haast gaan denken. De eerste resultaten zijn binnens ar enburgs ransuil, (ontvangen van H. v. Iwaarden) bij onderzoek werden de

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1962 | | pagina 5