navolgende prooidieren in dé üilenb allen aangetroffenf 1 e zending) veldmuis i aardmuis 9, bosmuis 16, dwergmuis 2, bosspitsmuis 1, kikkers 14, huismus 28, geelgors 4, pimpelmees- 2, kleine insectenetende vogels (soort?) 2. ransuil, 2e zending, zelfde plaats Aardenburg; veldmuis 1, dwergmuis 0, bos muis^» kikkers 8, huismus 17, vogel, zaadeter? 1, microtinae 2, rat (Epimys spec) 1. Sluiss kerkuil; (enkele braakballen) huisspitsmuis 1, veldspitsmuis 1 bosspitsmuis 9, bosmuis 4, veldmuis 16. Enkele partijtjes zijn nog onderweg. Na ontvangen bericht worden deze ook geplubliceerd. OOIEVAAR; Deze vogel wordt helaas slechts zelden in ons gewest gezien. Nog spijtiger is het, dat deze vogel allang niet meer als broedvogel in ons gewest voorkomt. Wanneer heeft deze het laatst gebroed in ons gewest? Dat is lang geleden, "In 1844 broedde er volgens overleveringen van mijn vader en grootvader een ooievaar op de schuur van het hof, dat gelegen was in de Isabellapolder onder St. Kruis. Deze boerderij bestaat niet meer. In 1844 is deze schuur afgebrand, vermoedelijk door kwaadwilligheid. De ooievaar is toen verhuisd naar de hof stede Sternlust, Goodsvlietpolder, Aardenburg en heeft daar genesteld tot 1870. Deze hofstede wordt nu bewoond door de Gez. Dees. (J.J. Rosseel). Volgens over leveringen van mijn vader heeft een ooievaar lang geleden gebroed op de hof stede Sternlust, Goodsvlietpolder, Aardenburg. (A. Paridaen-Dhoolage (Kopie voor het volgende no. graag vóór 1 september 1962 aan het seoretariaat).

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1962 | | pagina 6