- 5 - Veel fabrieken geven veel afvalwater. Waar gaat dit afvalwater naar toe? Alles de Westerschelde in? Wat is het gevolg van de vcedselrijkdom in de WesterscheldeReeds zijn er bezwaren gemaakt tegen de afvallozing van uit Noord-BrabantReeds zijn bezwaren geuit en een onderzoek gevraagd naar de visstand en garnalenstand. Mocht het afvalwater een schadelijke invloed hebben op visstand en gar nalenstand, dan is dit ook het geval voor het planktonleven en de kleine mollusken in de Westerschelde. Toen in 1953 ons land geteisterd werd door de grote watersnood, werd met voortvarendheid gewerkt aan een Deltaplan ter beveiliging van het leven van de mens in het Deltagebied. De veiligheid van de mens stond voorop. En staat nog steeds voorop. Van natuurbeschermingszijde zijn toen nagenoeg geen bedenkingen naar voren gebracht over het onheil dat hing boven de flora en fauna van het Deltagebied. Algemeen was men van mening dat dit offer gebracht moest worden. Er bleef toch nog van aller lei terreinen over. De Waddenzee, De Beer, de Westerschelde! En er zou toch kompensatie gegeven kunnen wordèn in de afgesloten zee gaten, wel niet zo rijk aan voedselbronnen voor de doortrekkende "inter nationale" vogelscharen in voor- en najaar, maar toch wel voldoende om de oversteek van noord naar zuid en omgekeerd te kunnen maken. Hoe bedrogen zijn de natuur- en vogelbeschermers uitgekomen! De BEER is industrieterrein gewerden, eveneens het Zuid-Sloe, men roept om inpoldering van Waddenzee en Balgzand. En wat hangt ons nu weer boven het hoofd? "Inpoldering van de schorren van Braakman en Paulinahaven?" Wanneer we de PZC moeten geloven dan kun nen we ons niet aan de gedachte onttrekken dat reeds de besprekingen in die richting in een ver gevorderd stadium zijn. (P.Z.C. van 18-10-1966). Door de inpoldering van de Braakman in 1962 werd reeds een grote slag toegebracht aan de waterwildstand in die omgeving. De rekreatie gaf nog een tikje achterna (verlies van ganzenpleisterplaatseilandje als vogel eiland in de Lraakmankreek is verloren gegaan). De voedselrijkdom van No. Eén en Zuid-Sloe is verloren gegaan. Men wil het Land van Saeftinge inpolderen! Waar gaat dit alles naar toe? Volgens de P.Z.C. van 1 september 1966 is een streekplan opgesteld voer West Zeeuwsch-VlaanderenHierin domineren twee hoofdfaktorens Landbouw en Rekreatie. Landbouw als hoofdberoep, rekreatie voor de werkende en zich ontspanning zoekende mens. Als rekreatie is het bestuderen van flora en fauna een der elementen. Wij kunnen dit reeds merken aan de talloze bezoeken van Belgen die Zeeuwsch-Vlaanderen bezoeken in verenigingsverband of alleen. België mist dergelijke terreinen die wij in Zeeuwsch-Vlaanderen hebben. Wij zijn dankbaar dat in het ontworpen streekplan van West Zeeuwsch-Vlaanderen zo veel aandacht is geschonken aan natuurgebieden en natuurreservaten. Echter moeten wij misschien nu wel de vraag stellens was het niet aanne melijker geweest dat Biervliet en Braakman bij West Zeeuwsch-Vlaanderen waren gevoegd. Nu hebben wij het idee dat het toekomstige Groot Terneu- zen eigenlijk het Braakmangebied niet waard is. De industrie zou in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen komen, niet in West. Echter zouden de plannen nu al gaan in de richting van Paulinaschorgebied van West Zeeuwsch-Vlaande ren. Heerlijk, een zware chemische industrie naast een rekreatieterrein. Wat moet daarvan terecht komen? Volgens de PZC van 18-10-1966 zou een industrieterrein van bedoelde NV een totale oppervlakte moeten krijgen van 720 ha. Het bezit is nu 320 ha. Door inpoldering van de Braakman schorren komt daar 200 ha bijEn welke 200 ha moeten daar dan later nog worden bijgevoegd? Wij hopen dan ook van ganser harte dat de wijze mannen die over het wel en wee van onze streek moeten beslissen, ook de nodige aandacht zullen wijden aan de problemen van de internationale vogelscharen, die onze streken op hun trek komen bezoeken.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1966 | | pagina 3