3. 6. GEELGORS. We weten dat deze vogelsoort in ons gewest hard achteruitgegaan is. Wie doet aan een telling van broedgevallen van deze vogelsoort mee? 7. BOOMVALK. Is nagenoeg met zekerheid geen broedvogel in ons ge west. Ook negetieve mededelingen zijn van belang. 8. GIERZWALUW. Bekend dat deze vogelsoort in enkele gemeenten broedt. We delen dit niet mee. Vandaar dat het een mooie gelegenheid voor U is om broedgevallen aan ons door te ge ven. 9. GELE KWIKSTAART. Voor een speciaal onderzoek hiernaar worden serieuze onderzoekers gevraagd. 10. BRAAMSLUIPER. Zal voor de meeste leden een onbekend vogeltje zijn. Wie waagt een poging om hiervan gegevens te verzame len? 11. ROEK. Broedt niet meer in ons gewest. V/ie weet wa.ar er vroeger kolonies waren? 12. RANSUIL. Enkele leden weten waar deze vogel in ons gewest broedt. Geven die even hun bevindingen op? 13» KLUUT. Een zevental leden is hier over aangeschreven. Be rege ling voor het vaststellen van het aental koppels is rond. ZIJ DIE EEN OP MEER VOGELSOORTEN WILLEN ONDERZOEKEN EN DUS OOK WAT WERK HIERVOOR WILLEN EN KUNNEN VERZETTEN WACHT HET KOMENDE JAAR EEN UITGEBREID LANDELIJK VEixSLAG^- EN HET IS DAN TOCH LEUK DAT U MEE KUNT PRATEN OVER BEPAALDE VOGELSOORTEN^ HET VERZAMELEN VAN GEGEVENS lo VAN ZEER ESSENTIEEL BELANG VOOR HET BEHOUD VAN VOGELSTAND EN NATUURGEBIED. VOOR DE MEESTE BESPROKEN VOGELSOORTEN HOEFT U NIET VEEL TIJD TE BESTEDEN. MEESTAL SnECHTS EEN DRIETaL ZATERDAGEN OP ZONDAGEN. U BEHOEFT OOK GEEN GROOT TERREIN TE ONDERZOEKEN. EEN BEPAALDE POliDER IS AL VOLDOENDE. GEEPT U ZlCH NOG ALSNOG PER OMGAANDE OP? PORTOKOSTEN WORDEN DESGEVRAAGD VERGOED. HET EERSTE KIEVITSEI. (Overgenomen uit STERNA, het verenigingsblad van de Vogelwacht Schouwen-Duivelend"maart 1967. 11e jaargang no. 2. Wanneer we in het vroege voorjaar-na de veldleeuwerik-de kievit op de broedterreinen zien terugkeren dan is dat een bewijs temeer dat het voorjaar in aantocht is. Het voorjaar, waarnaar tijdens de donkere gure dagen van de in Nederland zo lange winter- reik halzend is uitgezien. De komst der kievitten en de fascinerende duikvluchten van de man netjes speodig daarna, zal elke natuurminnaar dan ook met veel vreugde begroeten. Als na enige weken de eerste legsels van deze vogelsoort kunnen worden verwacht zal de vogelbeschermer deze dan ook met rust laten en het komt niet in hem op de broedterreinen te verontrusten en eieren te gaan rapen. Helaas wordt deze prachtige weidevogel nog niet overal in ons land gewaardeerd als purgngfa-fc-rgsr-sr vroege aankondiger van de lente. Zo begin maart van elk jaar kan men in de dagbladen weer berichtten verwachten over het vinden van het eerste kievitsei. En de aanbieding daarvan aan H.M. de Koningin of wel de Commissaris de Koningin of de burgemeester van de woon- plaats^van^de vinder. Heel vaak zijn het jeugdige personen-kinderen nog— die zich beijvereb om dat eerste ei te vinden en daardoor in de krant te komen. -Over-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1967 | | pagina 3