3. VELDW 4. ARBEMl NGBN 1967. (tevens aanvullingen voor de \vi-fauna 1967 ven West Zeeuwsch- Vlaanderen) (is uitverkocht). Maandag 6 mei 1967 werd 0.Riemslag opgebeld door wethouder CBljSYo van Biervliet dat bij h°m in de omgeving, van Dunnepolder te Bier vliet. een arend zet. Sn°l werd dit tbericht doorgegeven. Ter plaax- se verschenen burgemeester kostens°, E.Haak(voorzitter vogelwacht Oost Zeeuwsch-Vlaanderen) met zoon en H.Enkelaar. Riemslag wist enkele fr-aoio aia's van de vogel te mak°n, waaronder °"n in vo gelvlucht. Na onderling beraad en na pnkele belgische vogelken ners geraadpleegd te hebben werd vastgesteld dat we hier te doen hadden met een juveniele SCHREEUWAREND, de 13e waarneming in Neder land en de eerste waarneming voor West Zeeuwsch-Vlaanderen. KLEINE ZILVERREIGER. Ie Pinksterdag nam G.Ottens, sekretaris Vogelwacht Oost zeeuwsch- Vlaanderen, samen met zijn ouders, een kleine zilverreiger waar in het weidegebied van no. 7, gemeente Hoofdplaat.(waarom staat deze omgeving ni°t op het streekplan voor 'bost Zeeuwsch-Vlaanderen als natuurgebied, geat dit ook verloren?). Deze vogel werd tevens waargenomen -door LecluyzeHoofdplaat en Enkelaar. De gele tenen waren zeer duidelijk waar te nemen. De vogel verbleef aldaar enkele dagen en verdween de woensdag daarop. KtUANVOGEL. In de Braakman en op de Bpuikom in de Koninginnepoldergem°onte Biervliet werd gedurende enkele dagen e°n 'kraanvogel waargenomen. Het lukte Riemslag en Sachs hiervan dia's te maken. Op 28 mei '67 verdween deze vogel. STBL'TKLUUT. Ook deze vogelsoort heeft weer osn gewest bezocht. Op 19 mei '67 werden op het Grote Gat bij Oostburg, op het gedeelte van bchoon- dijke twee' nesten gevonden, é°n met drie en eén met vier eieren. Een weejt later gingen deze nesten verloren door verhoging van de waterstand. Het grootste aantal nduiten dat werd waargenomen op het Grote Gat was 9« hoor I.P.Ja.nsen, bchoondijke en J. de Zwart te Oost burg werden op dp Hecricusput een drietal exemplaren waar genomen. Daar op het Grote Gat eerst 6, later 9 ex.. werden waar genomen, kan veronderstelt worden dat de drie ex. van de Renri- cusput naar het Grote Gat zijn verguisd. Van M.Koopman te Knokke ontvingen we daarna nog mededelingen van waargenomen -stelkluten .i-n de oiageving van De Hemptine, soms 1, soms 2 exemplaren. Het was zeer verheugend d°t ons deze berichten bereikten, kon worden vastgesteld dat zich aldaar een nest bevond' waaruit minstens drie juvenielen zijn groot gebracht. WATERSNIPPEN. Op de Plaat van de Hemprine werden door Loete e.a. twee nesten gevonden en waargenomen Van de watersnip. ,0.a. gefotografeerd in verband met bewijs door Versteegh te Schoondijke. Ook op het Grote Gat bij Q stburg, gedeelte van Schoondijke, werd een nest gevonden. Vermoedelijk h°aft deze vogelsoort ook gebroed op de Henricusput te Onstburg J. de Zwart, Oostburg). BiARDMBBS. Een nieuwe broedrogel voor ons gewest. Het eerste nest met jongen werd gevonden door R.Abrehrmse te Oostburg 29 mei 1967). Een foto hi^rv^n gemaakt is helaas mislukt. Nest w^rd getoond aan Enkelaar. Er moeten er ongetwijfeld meer geweest zijn daar regel matig meerdere exemplaren rondvlogen, tot 20 stuks toe. 4.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1967 | | pagina 3