- 20 Meer naar het oosten nemen de broedgevallen vlug af. De pol ders zijn grootschaliger en de dijken meestal beplant met op gaande populieren, een boom waar de steenuil niets aan heeft. Weinig broedgevallen deden zich voor in Schoondijke, ten noorden van IJzendijke, Hoofdplaat en Biervliet. Het voortbestaan van de steenuil is dus geheel afhankelijk van het al of niet aanwezig zijn van knotbomen. Een mogelijkheid om steenuilen te lokken in streken waar geen natuurlijke gelegenheid is het ophangen van nestkasten. Dit kan een uitbreiding tot gevolg hebben, maar de meeste nestkasten, ook die voor andere vogels, worden echter in de nabijheid van de woning of boerderij geplaatst en te weinig in het landelijke gebied. Een wektekening van een Zwitsers type nestkast heeft gepubli- seerd gestaan in "Het Vogeljaar" (?e nummer van 197*0. Het onderzoek loopt nog te kort om een uitgebreid verslag te geven. Als er wel wat meer te zeggen valt, zult u dat natuur lijk in één van onze volgende nummers kunnen lezen. Mochten er nog mensen zijn met gegevens over steenuilen, dan kunnen zij terecht bij Jan de Zwart, Oude Haven 68, Oostburg (tel: 01170-3021). NIET VERGETEN je VOOR 15 oktober op te geven voor de excursie naar Kaap Gris Nez in Frankrijk bij: Petrus van 11 Westeinde, Voorstr. 60 ^roede (tel: 01171-1642) of bij Jan de éwart (tel: 01170-3021)

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1975 | | pagina 21