ft P u
- 18 -
It It
Enkele jaren geleden had ik een verrassende ontmoeting in min
tuin. In de zomer vau ik aan het aardbeien plu ken in een
mifS aerdbeienbed, waarvan de oude planten samen net c'e uit
lopers de gehele bod -m bei .leien. Toch droegen de planten
nog een radel'Jke oogst. Plotseling zag ik beweging tussen ue
bladeron ongeveer een meter voer aj uit. Ket de vlakke hand
sloeg ik da.r oa.de bladeren ven/achtte nu een bruine kikker
met forse sprongen zou vluchten. Maar het bleei stil. Ik
plukte weer door en dachtï**t -'tl een veldmuis goveest zin.
Die verdwenen geruisloos in hun holletje en men merkt ze niet
ireer op. Maar kijk, iets verder wns weer dezelfde beqpging
tussende^ bladeren, dat kon geen veldmuis z!jn of een driftige
landkikker. Ik drukte de bladeren terzy op de plek vaar ik
iets had zien bewogen. Daar tussen het groen -zat een kijkertje
zoals ik er nog nimmer een gezien had. Het was half zo groot
als een landkikker; de kleur was eg&nl grijs-groen. Het hirte
niet, maar klauterde tussen de bladeren verter. Toen i<t het
in de hand nan, zag ik aan da uiteinden van de teentjes kleine
knobbeltjes.
Toen begon er iets in nfjn ore in te d en: zou hot een boomkikker
zijn? Ik nam het diertje mee naar huis en drukte de amfibie
zacht tegen he behang. Zou het in die loodrechte stano blijven
zitten? Jawel hhor, de zuignapjes verhinderden het vallen.
Het kroop zelfs enkele- pasjes naar boven. Toen goprooeerd of
het tegen de gladde oppervlakte van de ujut wou kleven.
Ook daar had het kikkertje goen "joeito zich vast te houden.
Ik toonde ra'Jn vondst b"j de voorman van ca werklui van de
plantsoenendienst. 3jj hem was cr geen moment van aarzeling:
dat is oen hagepuut zei h'j beslist. Puut is de gevoste!-pee
benaming voor kikvors in deze streek en haag betekent na tuur-
Xijk heg. Men noemt deze amfibie hier .oc vol takpuut.
ik heb de hagepuut veer naar hot element terug getracht waar
ze thuis hoorde nl. dc heg, welke de nourdoostz'jde van de
tuin beschermt. Nadien heb ik nimmer meer een boomkikvors
in de heg of in hen struweel van het plantsoen gezien.
J, van Ameroagen
Aaraenburg