20 - veilanden, op basaltblokken tussen de zeeweringpaaltjes en zelfs op een uitgeholde ueidepaal. In het nest worden 2 tot soms aelfs zes bruingele eieren gelegd en worden om beurten, gedurende 26 tot 23 dagen, bebroed -leeds een dag na het uitkomen kunnen de jonge scholeksters net nest verlaten, &y houden zich echter nog goed verscholen om aan de roofzucht van de thans maasaal aanwezige meeuwen te ontkomen. Omgekeerd verafschuwen de ou*e scholeksters ook de eieren van een in de ouurt broedende bontbekple/ier niet en ook een nest graspieoers zin niet te versmaden. Hoewel we de scholekster meestal op het droge aantre.en kunnen ze ook zwemmen en als het moet ook duiken, Jonge scholeksters zijn zeïf3 een eindje lopend onder water wear genomen. Naderen we de jongen, dan vliegt ongetwjield een der ouderen ons met luid geschreeuw om de oren wat dan zolang aanhoud tot we uit het territorium z'jn verdwe nen. Tuiten broedtyd verzamelen ze zich in grote groepen. Cp onze excursie naar de Hoge Platen hebben we dit duide lijk kujinen waarnemen tijdens de hoogwater trek. Al met al een interessante vogel om te horen en te zien Inte bl'Jven zien. Geraadpleegde literatuur: Het Vogeljaar Fauna v. Europa Esn Vogelaar, Een vlinder uit een sprookje Elke zomer k'Jk Ik uit naar de feeërieke verschjning va" eöri grote vlinder nl. de koninginnepage, die ik reeds enkele zo mers in mijn tuin mocht singaleren, Deze vlinder is tamel;>k zeldzaam geworden in ons land. De vleugels l'Jn helder geel met zwarte randen. De naam doet denken aan de pracht en praal welke in de middeleeuwen ten toen gespreid werd b'j ridber- tournooien. Da adel'jke dames en zeker de koningin met haar pages of schildknapen dosten zich toen uit in .makktolle costuums» De koninginnepage valt onni-.del jk op door kleur en grootte. Als zy over de tuin zweeft worden de anuere vlinders van een andere rang. Elke vlinder is mooi, ook het koolwitje in haar vit-zwart pakje, maar deze verscii'jning op een uarae zomerdag doet aan een sprokkje denken. De rups van deze vlinder leeft op het wortelloof. J. van Aoerongen Aardenburg

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1976 | | pagina 20