kievit, scholekster (tot 300 stuks, hoewel
ook verder in de Hoofdplaatpolder), water
hoen en "bergeend.
Tijdens de trek grote groepen witte- en gele
kwikstaart, graspieper, veldleeuwerik, kneu
en geelgors.
Inlaag 3 en 4 vormen vogelkundig eigenlijk
een geheel, waarom deze tesamen zijn genomen,
waarbij moet worden opgemerkt dat inlage 3
i.v.m. de begroeiing belangrijker is dan 4.
In deze inlagen is 1 s winters regelmatig
één van de twee roestplaatsen aanwezig welke
uit West Zeeuws-Vlaander en bekend zijn.
Regelmatige slaapplaats in het najaar van
spreeuw en boerenzwaluw (in 1961 tot een to
taal van 1000 zwaluwen per dag). Tijdens de
trektijd zijn hier grote groepen koperwieken,
kramsvogelsvinken,kneutjes en veldleeuwerik
ken te zien. Als vaste trekvogels verder:
goudhaantjeskoolmeespimpelmeesgrote- en
zanglijstersijs jesputtersgekraagde roodstaart
torenvalk,smelleken,steenuilgroene specht
grote bonte spechtwatersnip,houtsnip, kuif
leeuwerik, wielewaalbonte kraai,roek,kauw,
vlaamse gaaistaartmeesboomkruipertapuit
roodborst tapuitpaapje,zwarte roodstaart,
grauwe vliegenvanger.,bonte vliegenvanger,
grasmusbraamsluiperheggemusfraterke ep
strandleeuwerik, sneeuwgors, Tijdens trek af en
toe de roerdomp.
Deze twee inlagen zijn de belangrijkste betref
fende de broedvogels, en wel door de aanwezig
heid van struikgewas en rietvelden, met zoet
water. Het gaat hier niet om de grotere vogel
soorten, echter meer om de zangvogels en rietT
vogels.
Elk jaar wordt de nachtegaal gehoord, m 1964
zelfs vier tegelijk.
Hoewel nooit nesten werden gevonden kan aan-
-16-
genomen worden dat deze vogel daar elk jaar
broedt
Elk jaar worden ongeveer 40 nesten var. ver
schillende vogelsoorten gevonden. Aan de
hand van de territoria en met voedsel
vliegende vogels kan echter worden aan-
genomen dat dit beduidend hoger ligt. Het
aantal broedparen kan elk jaar geschat wor
den op ongeveer 100. Nesten werden gevonden
van de volgende soorten:
wilde eend,bergeend,merelzanglijstergrote
lijster,bosduif, tortel,turkse tortel, ekster,
zwarte kraai,koolmees,pimpelmeesgele kwik
staart, witte kwikstaartgeelgorsfitis,
rietzangerkleine karekietwinterkoning,
waterhoen,roodborstheggemus,rietgors,gras
pieper veldleeuwerik,kneu en gekraagde
roodstaart
Door de geaardheid van het terrein is het
niet wenselijk een intensief onderzoek naar
de aanwezige nesten in te stellen daar de
mogelijkheid niet ondenkbeeldigis dat hier
door legsels verloren zouden gaan.
Voorstel tot het creëren van een nieuwe in
laag gelegen ten westen van het bestemmings
plan "Inlaag Hoofdplaat"
Zoals uit het voorafgaande blijkt zijn inlaag
1 en 2 floristies en faunisties van weinig
belang omdat weinig of geen klei gewonnen is
uit deze gebieden. Vandaar dat de momenteel
als wei- en bouwland in gebruik zijn.
Om nu dezelfde waarden te verkrijgen zoals
in de inlagen nummer 3,4,5 en 6, dient ont-
gronden te worden tot plaatselijk even onder
en juist boven de grondwaterstand. Bij de ont
gronding dient de dunne toplaag terugge
bracht te worden op het dan te bereiken maai
veldniveau.
-17