Het is voor vogelliefheb bers, die dit gebied be zoeken, altijd één van de grootste wensen deze ka- rakterestieke vogel waar te mogen nemen. Het vo geltje, het is beduidend kleiner dan alk of zeekoet is het duidelijkst te onder scheiden van deze twee fa milieleden door z'n merk waardige driehoekige sna vel, waarin van dichtbij de kleuren rood,blauw en geel vallen op te merken, en verder zijn zwart-witte verenkleed. Ze broeden voornamelijk op de eilanden Skokholm en Skomer met resp. 2500 en 7500 broedparen. Vroeger waren ze ook aanwezig op Ramsey, maar bruine ratten hebben daar een eind aan ge maakt. De papegaaiduiker is het best waar te nemen in de maanden juni en juli, wanneer de ouders aan en af vliegen met kleine visjes en waggelend de nestholtes opzoeken, die uitgegraven zijn of voordien als konijnenhol heeft gediend. Om de excursie niet te missen mocht ik echter niet te lang staan kijken en met de ijdele hoop dat ik deze vogel wel zou weerzien vervolgde ik m'n tocht. Het verzamelpunt was gelegen bij een reddings bootstation in een kleine inham. Ik was de eerste zodat ik de deelnemers bij hun aankomst rustig kon gadeslaan. De eersten die arri veerden waren drie dames op leeftijd, uitge dost in de geschikste kleding die zij zich ge zien hun leeftijd konden veroorloven. Met een gevarieerd gezelschap vingen we de tocht per kotter over de woelige Ramsey-Sond aan. Op Puffins -32- het eiland stond onze gids, de opzichter van een groot deel van het natuurgebied, geassisteerd door zijn vrouw, op ons te wachten. Eén van de eerste dingen waarop onze gids wees was het nest van de alpen- kraai, gebouwd van grote takken in de rotswand. Een typiese vogel van dit gebied, met z'n prachtige fel rode poten en lange kromme snavel van de zelfde kleur. Er broeden een acht-tal alpenkraaien op Ram sey van de in totaal 46 broedparen in Pembrokeshire, al is het een specie waar over nog maar weinig bekend is. In een lange rij klauterden we het eiland op, waar de in onze streken verdwenen raaf zijn opwachting maakte, in gevecht gewik keld met enkele kraaien zodoende een ruw welkomswoord sprekend. Duidelijk werd in ieder geval wel de verschillen gedemon streerd tussen deze twee zwarte vogels. De raaf, beduidend groter, met zijn grote zware snavel en wigvormige staart, tegen- -33-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1976 | | pagina 18