ZE STAMPTEN MET DE LAARZEN VAN BEZITTERS DOOR DE SLIKKEN OREPEN HUN VERREKIJKERS EN TUURDEN DE LUOHT AP NAAR VOOELS Zondag 12 februari j.l. waren we in de Zwarte Polder en zagen tussen de toeristen en Londen door een grote stoet mensen aankomen. Ze splitsten zicL in twee grote groepen: één groep liep blindelin.© naar zee en joeg scLoleksterstureluurs en ple- viertjes weg; de andere groep trok dwars door Let slik en "bleef op de zandbank aan de overkant staan, Laaide de kijkers voor de dag. Wij Ladden de ture luurs, bontbek- en strandplevieren, bergeenden en bonte strandlopers zien verdwijnen. Zij zagen mis schien een scholekster verderop. Alle begin is moeilijk, maar in groepsverband met dure kijkers wordt het nooit wat anders dan kijken naar een slecht televisie programma. pieter-paul van laake Het rijke vogelleven van Pembrokeshire-coast, Wales Een reisverslag (2) In de eerste baai, die we bezochten op Ramsey-island troffen we enkele honderden broedende drie-teen meeuwen en Noordse Stroemvogels aan. Naast de elegante en vriendelijke Drie-teen meeuw, heeft de Noordse Stromvogel een wat bars uiterlijk. Hij is iets groter dan de drie-teen, wat gedrongener weliswaar en verschilt van de meeuwen door zijn zgn. "stierennek", dik en kort, en hij mist zwarte punten aan zijn vleugels. Hij is gekleed in een grijs "costuum" en heeft op zijn dikke gele snavel een buisje zitten. Je ziet hem bijna nooit zijn vleugels bewegen in de lucht. Handig gebruik makend, van de luchtstromingen zweeft hij eindig voort in esn gril lige, constant kant-elende vlucht. -20- Zoals alle andere vogels van de familie van de Stormvogels (Procellariidaebrengt ook de Noordse Stromvogel het allergrootste gedeelte van zijn leven op zee door. Hij nestelt in grote kolonies langs de kust van Pembrokeshire(En dan te bedenken, dat het eerste broedgeval pas in 1940 is ontdekt!). Ze zijn in januari al terug in het broedgebied, maar het duurt dan nog tot in mei, voordat het vrouwtje haar ene ei legt op een smalle richel van een zeeklif. Meestal is deze richel wat begroeid, zodat het ei niet zo open en bloot ligt als bij sommige andera zeevogels. Het is een magnifiek zicht deze stormvogels te zien glijden door de lucht op hun stijve vleugels, meestal langs de bovenrand van de rotswand, Ze vliegen dan ook op een korte afstand voorbij, zodat de neusbuis duidelijk zichtbaar is. Het zijn werkelijkwaar ongekende lucht-acrobaten. We laten de baai achter ons liggen en snijden een uitstekende punt van het eiland af op weg naar de volgende inham. We moeten wat afdalen voor dat we over de rand heen kunnen kijken. Het is een vrij riskante afdaling. De rots-achtige onder grond is over het algemeen met een mos-laag be dekt, die door de dauw nogal glad is geworden. Enkele leden van ons gezelschap durven de af daling niet aan en prefereren op een wat hoger gelegen punt de diepte in te staren. Het bleek echter dat het risiko niet voor niets genomen werd! Want nadat we een tiental meters gedaald waren en we de woeste golven beneden ons tegen de rotswand zagen slaan, kregen we een otirie-ieeu /laeeuto

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1977 | | pagina 12