prachtig beeld van de diepe baai. Een groot deel bleef echter in de schaduw verborgen, slechts hier en daar konden we wat witte plekken ontwaren. De verrekijker moest uitkomst brengen. Ik zocht even een plaats waar ik rustig kon zitten en nam de kijker ter hand. Een twintig tot dertig tal meter boven de zeespiegel bevonden zich, dicht tegen de wand gedrukt, honder den, recht op zittende vogels: Alken en Zeekoeten. En hoe langer je keek, des te meer je er zag. Overal op de smalle rots-richels tegenover ons, bevonden zich meestal gescheiden van elkaar de twee Alken soorten. Sommigen laten zich zomaar naar beneden storten om in een diepe glijvlucht de zee op te zoer. ken en met een snelle vleugelslag uit het zicht te verdwijnen. Nog leuker wordt het als ze terug keren en hun plaats weer willen innemen op het smalle randje. Met een grote vaart komen ze dan over het water aanscheren, om op het laatste moment sterk op te trekken en hevig zwaaiend met de vleugels even boven de gewenste plaats blijven hangen alvorens te gaan zitten, of wat vis aan het broedende wijfje te •overhandigen. Het gebeurt nogal een keer dat de ri chel, waarop geland moet worden zo smal is, dat het in een poging niet lukt. Dan laat de Alk zich ach terover vallen om een volgende poging te wagen-. Ze lijken zowel van uiterlijk als gedrag op elkaar, de Alken^en Zeekoeten. Van een eind zijn ze dan ook moeilijk te onderscheiden. De Alk is erg donker, tegenover de Zeekoet choco lade bruin. Het duidelijkste verschil is echter de snavel: bij de Zeekoet slank, terwijl de Alk een zij delings afgeplatte snavel heeft, waardoor halverwege een witte streep loopt. Verder houdt de Alk de pun tige staart wat meer naar boven dan de Zeekoet. Meestal broeden de vogels in eikaars gezelschap. De Alk meestal wat verspreider dan de Zeekoet,die een echte kolonie-vogel is. Het eiland Skomer bevat de grootste kolonie met 3000 broedparen. Ook de Zeekoet legt slechts een ei, zomaar zonder nest te bouwen op een rotsrichel. Er wordt 35 dagen op ge- -22- broed. Na 3 weken verlaat het jong het nest, al heeft het dan nog maa-r- een derde van zijn opvoeding achter de de rug. De rest gebeurt op volle zee, waar deze vogels zich helemaal thuis voelen. Dat levert de laatste tijd echter nog al schrikbarende gevaren op. Vele - duizenden Alken, en dan vooral Zee koeten, spoelen jaarlijks aan ten gevolge van de stookolie, die op volle zee overvloedig aanwezig is. Maar dat is niet het enige gevaar! Ook de vergiften die zich in het voedsel, voornamelijk bestaande uit vis bevindt, wordt door de vogels in hun vet-laas opgelagen. In uitzonderlijke omstandigheden, zoals langdurige storm, wordt er aanspraak gemaakt op deze vetlaag en zorgen de vergiften voer lever-aandoe ningen, met fatale gevolgen, zoals recentelijk is §6 D_LeKeii En dat het ailemaai zijn tol kost,blijkt wel uit het eit, dat de laatste jaren de nieuwe aanwas van ion gen met opweegt tegen de sterfte onder de volwassene! vandaar dat de natuurbeschermers veel aandacht schen ken aan een derde bedreiging: de verstoring door de mens. Als de Alk of Zeekoet plotseling opgeschrikt - wordt en vlucht, gebeurt het nogal eens dat het ei door de plotselinge beweging breekt of mee de diepte ingaat. Anderzijds-zullen zilver- of mantelmeeuw wel zorg dragen voor het achtergebleven ei of jong. En daar gaat dan het hele resultaat van een heel broedsel zoen] Vandaar dat excursies of een vrije toe gang tot de vogel ei landen zo veel mogelijk is beperkt. Z. £T(<o De Alk is het symbool van Pembrokshire en wil dat blijven ook! (wordt vervolgd) Thijs Kramer. Razatblll guillemot- 1 —23

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1977 | | pagina 13