Vlinders in West Zeeuws Vlaanderen 1977 is weer een echt vlinderjaar geworden. Dit lijkt misschien gek, de zomer is immers tot nu toe erg matig geweest. Veel belangrijker voor de vlinder rijkdom dit jaar zijn echter de hete zomer van 1976 en de zachte winter geweest. In die zo mer was de laatste generatie van de meeste vlin dersoorten al veel talrijker dan in andere jaren, maar hierdoor waren voor 1977 ook veel meer over winterende dieren (meest als pop, soms eitjes, rupsen of vlinders) aanwezig, waarvan het meren deel de zachte winter overleefd heeft. Zodoende verschenen op de eerste zonnige dagen, omstreeks 20 maart, al vele kleine vossen en kleine kool witjes plus een enkele dagpauwoog. Hierna kregen we somber weer tot eind mei. Toen verschenen plotseling veel hooibeestjes en argusvlinders, soorten die gewoonlijk pas in augustus (tweede en derde generatie) talrijk zijn. In juni kwamen hierbij nog de distelvlinder, een trekker, het bruin zandoogje, beide ook gewoonlijk pas in au gustus meer aanwezig, het koevinkje en het groot dikkopje, veel talrijker dan in andere jaren. Soorten die niet merkbaar talrijker waren zijn de koolwitjes, blauwtjes en atalanta. In juli werd het groot dikkopje, als gewoonlijk, vervangen door het klein dikkopje, ook al veel talrijker dan vorige jaren. Later verscheen ook het oranje zandoogje en eind juli begin au gustus zijn dagpauwoog, distelvlinder, argus vlinder en blauwtjes weer terug. Opvallend bij de dagvlinders is, dat de grotere soorten, met name atalanta, dagpauwoog en kleine vos, vaak talrijk in tuinen voorkomen. Hier is dan speciaal de vlinderstruik geliefd. De kool witjes en distelvlinders komen overal voor zonder duidelijke voorkeur. -20- De kleinere soorten, dus zandoogjes, blauwtjes, dikkopjes houden zich gewoonlijk strikt aan bermen en slootkanten. Hier zitten de oranje zand oogjes vaak in grote aantallen op smalbladig- en jakobskruiskruid en de dikkopjes hebben zo hun voorkeur voor vogelwikke, watermunt en -in dien aanwezig - wilde marjolein. Op de laatste twee vliegen trouwens alle dagvlinders graag. Sprekend is dan ook dat het juist ook dit jaar voorkomt, dat er in tuinen oranje zandoogjes, dikkopjes en gewone blauwtjes te zien zijn. Tot slot zou ik nog willen vragen of iedereen die een bijzondere vlinder of rups denkt te zien, dit noteert (datum, kenmerken, van de vlinder voedselplant van de rups e.d. en doorgeeft aan mij. JMatuurlyk zijn ook gewone waarnemingen welkom, speciaal van opvallende vlinders als pijlstaarten rood weeskind, hooivlinder, hagedoornvlinder, harlekijn, be er vlinders, bont zandoogje enz. Alex de Meyer Parkzicht E 12 I Jz endijke

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1977 | | pagina 12