Steenuilen onderzoek
In maart en april van dit jaar is met de Ca-
sette-recorder heel West Zeeuws Vlaanderen
onderzocht op het voorkomen van steenuilen.
De vele nachtelijke tochten hehhen veelbelo
vende en onverwachte resultaten opgeleverd.
Er zijn namelijk niet minder dan zo'n 150-200
steenuilen gelocaliseerd, en het merendeel
hiervan zullen steenuilen zijn, die op die
plaats ook werkelijk broeden.
Vooral in het Westelijk deel van W.Z.V1.
(Sluis- Cadzand- Zuidzande) komen veel steen
uilen voor, vrijwel alle broedend in knotwil
gen of -populieren. Niet verwacht was echter
dat ook in de driehoek IJzendijke - Biervliet -
Hoofdplaat nog een redelijk aantal steenuil
tjes broedt. Bij gebrek aan knotbomen huisden
hier ook wat meer steenuilen in boomgaarden,
zelfs ook in laagstamboomgaarden.
In de strook die ligt tussen Oostburg -
Schoondijke - Hoofdplaat - Paulinapolder broed
den vrijwel geen steenuilen, wat ook niet te
verwachten is in grootschalige polders, als
de generale Prins Willempolder.
Alex de Meyer.
(vervolg vorige blz.)
In het weekend van 27 en 28 auguatus (afhankelijk
van het weer), komt Peter Meininger, lid van de
dub v. Zeetrekwaarnemers, naar Cadzand om de
geïnteresseerden wat praktiese kennis bij te bren
gen. Gunstig weer is voor zeetrekwaarnemingen
een lichte tegenwind voor de hoofdtrekrichting,
\+n het na-jaar hier zuid-west is en helder
zie of na een storm ofzo. Voor meer informatie
s¥r!a¥ ?nre?ht Etienne de Meyer, Verl. Molen-
22 lü> Ijzendyke
Zeevogeltrek
N.a.v. enkele bijzonder geslaagde vogeltrek-
hsllingen dit voorjaar bij de Zwarte polder
(honderden zwaluwen trokken per uur voorbij,
evenals grote groepen gele kwikstaarten, stelt
lopers, aanscholvers, sterns, koekoeken, sper
wers, zelfs knobbelzwanen en lepelaars werden
waargenomen), hebben enkele leden van de vereni
ging besloten dit najaar extra aandacht te schen
ken aan de zeetrek, en dan voornamelijk van de
typiese watervogels.
Er is contact op genomen met de Club van Zee
trekwaarnemers, die zich voornamelijk bezig houdt
met het coördineren en verzamelen van gegevens,
waarmee halfjaarlijks een verslag wordt opgemaakt.
Di gebeurt op basis van uur-totaal kaarten. Dit
zijn kaarten waarop achter de reeds vermelde
vogelsoorten moet vermeld worden welk aantal -
in een uur naar links (west) of rechts (oost),
zijn doorgetrokken en hoeveel er ter plaatse
zich bevonden. Zo krijgt men een hele verzameling
waarnemingen (over de tweede helft van 1975
waren dat meer dan 1600 waarnemingsuren, verspreid
over de gehele Nederlandse kust), zodat van
élke soort een indruk verkregen kan worden van
het voorkomen, aantal, de tijd en maanden wanneer
een soort in grote getale of juist helemaal niet
aanwezig is.
In Zeeland werd tot nu toe alleen bij West-Kapelle
op Walcheren waarnemingen verricht (een plaats
die zich er ook buitengewoon goed voor leent).
Maar t.o.v. de rest van Nederland werden er
maar weinig waarnemingsuren gemaakt. Toch is er
ook bij ons van alles te zien. Aalscholvers bijv.
komen hier veel vaker en in grotere aantallen
voorbij dan in de rest van Nederland. Verder zijn
ook typiese zeevogels als jagers, alken, zeekoeten
drieteenmeeuwen e.d. regelmatig waar te nemen,
(voor slot zie vorige blz.)
-23