ging onze interesse meer uit naar vogels en vege tatie. In het schorre zelf konden er verschillende leuke waarnemingen gedaan worden. Verscheidene ma len was er een "bruine kiekendief te zien, die zich traag "boven het schor voort "bewoog, meestal in een richting die hem wegleidde van die vaak luidruch tige groep. Ook de grauwe gors was in ruim aantal aanwezig en liet zich vele malen horen en soms zelfs ook bewonderen terwijl hij in het topje van een zeeaster zat. Verder waren er natuurlijk gele kwikstaart, rietgors, graspieper, veldleeuwerik, torenvalk, en kneu te zien. In de drooggevallen geulen konden "bontbekplevier en strandplevier enkele prachtige zilverplevieren in zomerkleed, groenpootruiterzwarte ruiter, scholekster, wulp, rosse grutto, kluut, en bonte strandloper bekeken worden. Opvallend deze middag was het groot aantal oeverlopers dat zich op de slikken bevond. De eenden waren wat soorten betreft in gering aan - tal aanwezig: bergeend en wilde eend. Er werd ons echter wel verteld dat ook wintertalingen en pijl staarten al weer aanwezig waren. In de ondiepe geulen, waarin zich nog vaak een kleine hoeveel heid water bevond was vaak een aktief vissend visdiefje waar te nemen. De vegetatie in het gebied zal voor de meeste men sen wel een algemene bekende zijn: in de lage kom men, die bijna ieder getij onderstromen treft men het Engels slijkgras aan, naast Zeekraal en Riet. In de iets hoger gelegen kommen kan men planten aantreffen zoals Schorrezoutgras, Kweldergras, Zeebies, Klein schorrekruid,en Zeeaster (of Zulte). Op de oeverwallen zijn het Strandkweek, Spiesblad en Zoutmelde die het algemene beeld bepalen, ter wijl op de allerhoogste delen, de oude kernen, Ronde Rus, Melkkruid, en Engels gras (en soms ook de Lamsoor) de grens aangeven tot waar de zilte invloed zich uitstrekt. -14- Op de dijk die het gebied begrensd en die bezocht werd als afsluiting van de tocht kon de altijd aanwezige plant end eskundi ge mij ijzerhard, Blauw walstro, en Agrimonie laten noteren Ook herbergde een klein rietveld aan de voet van deze dijk nog een rietzanger. Op de bloeiende enkpi"»1^? f en heï IJzerbard bevonden zich nog enkele vlindersoorten zoals bruin zandoogje. dikknui 3®' kl6ln k00lwitJe. blauwtje, klein diKkopje en oranje zandoogje. Last but not least werd de plaatselijke horeca nog met een kort bezoek vereerd waarna we weer een ervaring rijker terugkeerden naar bekend werkterrein. Eric Marteijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1977 | | pagina 9