Even later kon tussen Haamstede en Serooskerke een buizerd worden waargenomen vanuit de bus. Het dier zat langs de weg in een populier en vloog niet op bij het passeren van de bus. Net even later bij de Schelphoekse bossen werd de chauffeur tot plotseling stoppen gemaand door een in paniek schreeuwende Piet Paul, die in het topje van een boom een visarend meende te singa- leren. Het bleek inderdaad een visarend te zijn en het dier verkoos de vlucht toen een tiental mensen hem wel eens wat nader wilden bekijken. Velen hadden het dier helaas in de opschudding niet.-küfohea zien. Wat schetst echter onze ver bazing o;oen even later bij de Kouwekerkse inlaag waar veel wintertalingen, kluten, smienten, slob eenden en wilde eenden te zien waren, de visarend zich aan de overkant van de inlaag op een paaltje op de dijk neerzette, waarvandaan we hem prachtig konden bekijken. In het zonlicht contrasteerde duidelijk de zwartachtige bovenzijde met de helder witte onderzijde en de enigszinds gekuifde, witte kop. Peterson vermeldt: schaarse doortrekker van augustus tot in oktober en van begin april tot in mei. Enkele zomer- en winterwaarnemingen. De kreet leuke waarneming is hier zeker op zijn plaats. De volgende halte was op de kop van Westerschouwen, hier bestond de gelegenheid om het brood op te etenen de voor onze begrippen reusachtige duinenrij eens wat nader te bekijken. De vo_gels waren hier vertegenwoordigd door roodborst, heggemus, winter koning en twee vlaamse gaaien. De Brouwersdam kwam ook op het reisschema voor. Hier konden leuke waarnemingen verricht worden. Allereerst waren het de zeëenden: eidereend, zwarte zeënd en grote zeeëend, die zich van zijn zwarte soortgenoot onderscheidt door zijn helderwitte vleugelspiegeldie soms ook zichtbaar is in zit-houding. Dan waren er de dertien aalscholvers, die na een tijdje op de vleugels gingen en met gestrekte hals laag over het zeeoppervlal uit het oog verdwenen. Ook hier een zestal kleine zwanen. De familie van de zeeduikers vond zijn afge vaardigde in de parelduiker, die ineens tussen een groep dodaarsjes, die ik in beeld had kwam opgedoken. De grootte sloot verwarring met zijn familielid de ijsduiker uit en zijn rechte snavel onderscheidde hem van de roodkeelduiksrdie een iets opgewipte snavel heeft. (G-edurende de maandelijkse waterwildtellingen zijn zowel ijsduiker als roodkeeldüiker waargenomen (zie ook een artikel verderop in dit blad) naast tal van andere interessante waarnemingen. Reden te meer dus voor hen, die af en toe een s wat leuks willen zien om eens mee te gaan met zo'n telling. Je hoeft maar even met Thijs of mij kontakt op te nemen over het tijdstip). Aan de zeekant konden nog middelste zaagbekken worden waargenomen en de andere kant toonde honderden futen en vele dodaarsjes en meerkoeten- Om het aantal eendensoorten compleet te maken liet men nog brilduikers,noteren naast tafeleend en kuifeend. De reis leidde ons verder via Dreischor naar Brui- nisse waar we werkelijk zeer grote aantallen eenden konden zien: ongeveer 2000 tafeleenden en rond de 1000 kuifeenden passeerden het kijkerveld naast nog 75 knobbelzwanen. Toen werd het langzamerhand tijd de terugtocht aan te vangen. Langzamerhand was ook het weer slechter geworden en begon het te regenen, nadat we een prachtige dag weer achter de rug hadden met een strak blauwe hemel -7-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1978 | | pagina 5