Dhr. Jansen en zijn echtgenote verlieten na een dank woord en kleine hl ijk van het bestuur en deelnemers weer de bus bij het naderen van de Oosterschelde- brug en zo was het ongeveer half zeven 's avonds geworden toen we het landje weer binnenreden. Ik dacht dat we gerust mogen stellen dat het een ge slaagde excursie was ondanks het feit dat het per bus was en vrij massaal. Eric Marteijn. Voor de geïnteresseerden volgt hieronder een lijst met de waargenomen soorten (65), die kon worden samengesteld door de notities van Alex. parelduiker dodaars fuut aalscholver blauwe reiger brandgans rotgans rietgans knobbelzwaan kleine zwaan bergeend wilde eend wintertaling smient pijlstaart slobeend tafeleend kuifeend eidereend zwarte zeeeend grote zeeeend bril du ik er patrijs fazant waterhoen meerkoet scholekster goudplevier zilverplevier kievit steenloper merel koperwiek zanglijster frater huismus spreeuw vlaamse gaai ekster kauw bonte strandloper zwarte kraai drieteenstrandloper zwarte ruiter bonte kraai tureluur rosse grutto wulp watersnip kluut kokmeeuw zilvermeeuw grote mantelmeeuw stormmeeuw houtduif middelste zaagbek holenduif visarend veldleeuwerik buizerd winterkoning smelleken heggemus torenvalk kramsvogel -8- EUTEN EN DUIKERS VOOR DE KUST Misschien was het alleen maar een kwestie van 1. opletten 2. geduld 3. kalme zee 4. helder weer, maar het kan natuurlijk ook zijn, dat al die futen en dui kers er ineens waren op 23 januari 1978 bij Nieuwe Sluis op zee. In ieder geval had ik er nog nooit zoveel bij elkaar gezien hier langs de kust. Het juiste aantal was moeilijk te bepalen omdat er natuurlijk geen zekerheid te verkrijgen was over het aantal vogels onder water (en hoeveel eventjes achter een golfhelling)maar hoog op de dijk van de spui- mond staande, met de wind en de zon in de rug, werd het golfeffekt aardig uitgeschakeld. De gegevens: een aantal vogels boven water, het aantal dat op ongeveer dezelfde plaats bovenkwam, de geschatte afstanden kombinerend, kwam ik tot minstens 14 futen en 4 roodkeelduikers. Ze waren erg aktief. Voortdurend doken ze en er waren veel korte vliegbewegingen. Hèt verschil tussen de futen en duikers blijkt erg duidelijk. Als ze op het water drijven is de in de zon blinkende witte hals en borst het signaal voor de futen: een wit kolommetje De duikers hebben ook een witte hals en borst, maar veel meer gedrongen - een indruk die nog wordt ver sterkt door hun lange diep in het water liggende lijf. Bovendien is nog op een kilometer afstand dui delijk, dat de roodkeelduiker "naar boven kijkt". Als ze vliegen zie je meteen (anders zie je niks) dat de duikers egale vleugels hebben en dat de vleugels van de futen in witte en donkere stukken verdeeld zijn. Thuis maakte ik het mezelf natuurlijk weer moeilijk: -9-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1978 | | pagina 6