EXCURSIEVERSLAG PAULINASCHOR
Het weer was die dag, 23 juli, erg mooi en rond tien
uur trokken een twaalftal deelnemers aan deze excur
sie de dijk over. Eerst werd de zandvlakte aan de oost
kant van het schor bezocht, waar dit jaar een tien
tal koppels dwergsterns tot broeden kwamen. Zowel de
ouders als de jonge exemplaren konden bekeken worden
vanaf de dijk. Tussen de dwergsterns liep ook een
strandplevier met jongen; jongen,die meer op een klein
bolletje pluis lijken dat door de wind wordt voortbe
wogen dan op een vogel.
Verder zag ik een op het eerste gezicht "merkwaardige"
stern vliegen waarvan ik even dacht dat het een grote
stern was? maar bij nauwkeuriger kijken bleek dat de
snavel duidelijk "te zwaar" was voor die van een grote
stern en dat de staart geheel grijs was: we hadden dus
te maken met een lachstern, een lid van de sternfami—
lie die in klein aantal doortrekt van eind juni tot
eind september. Zijn gedrag voldeed ook prima aan de
beschrijving die Kist geeft nl, jagend boven land en
dat deed hij inderaaad; hij vloog laag over de zand
vlakte. Een goed begin van een excursie!! Het was al
leen jammer dat een deel van de mensen hem niet heb
ben kunnen zien omdat het allemaal erg vlug ging.
Hierna werd de dijk weer overgestoken, zij het nu land
inwaartsi bij het opgespoten industrieterrein van de
DCW om van een afstand de kolonie visdiefjes te be
kijken die daar gevestigd was. Toen we allen boven op
de dijk stonden, kwam onder de dijk een o blauwe kieken
dief aangevlogen, achternagezeten door een stel ag-
gressieve visdie^jes, die haar tot op veilige afstand
van hun nesten brachten. Het betrof hier een erg vroe-
ge waarneming van de blauwe kiekendief daar deze mees
tal pas vanaf begin september te zien valt in onze
streken
Na dit geslaagde begin werd de tocht langs en over
het schor begonnen, waarbij het accent zeker niet
alleen lag op de vogels, maar ook terdege op de plan
ten gelet werd. Planten als strandkweek, loogkruid,
spiesmeldegewone zoutmelde, strandmelde, schorre-
kruid, zeealsem, lamsoor, zeekraal zeeaster, engels
gras, strandzoutgrasmelkkruid, zeeweegbree, herts
hoornweegbree, engels slijkgras en gerande schijnspur-
rie waren planten die allemaal bekeken zijn.
Lopend over het schor kon men vaak een rietgors horen
en ook werd aan de rand van een geultje een oever
loper gezien, een doortrekker in deze tijd. In de ver
te kon boven de dijk een jagende bruine kiekendief
gezien worden. Het betrof waarschijnlijk een juveniel
exemplaar, maar gezien de grote afstand durf ik
hier niet met al te grote zekerheid iets over te zeg
gen. Dan waren er natuurlek nog de rosse grutto's,
tureluurs en scholeksters op het slik, gele en witte
kwikstaarten, langstrekkende oeverzwa]uwen en over
vliegende kneus.
De tocht terug werd langs de zuidkant van de dijk ge
maakt waarbij oa. gelet werd op het verschil tussen
kleine klaver, hopklaver en liggende klaver; drie
soorten die op het eerste gezicht erg op elkaar lij
ken maar bii iets nauwkeuriger bekijken goed te onder
scheiden zijn.
0^ het gazon van een daar gelegen boerderij konden 2
tapuiten bekeken worden, een normale verschijning maar
toch altijd weer een genot om naar te kijken.
Gezien het weer, de gezelligheid en de best leuke
waarnemingen weer een geslaagde excursie voor de en
thousiaste deelnemers.
Eric Marteijn
korYT&EkPLEVi£R