badgasten spreeuwen op trek door: PJP.v.Laake Op 10 december 1978 zag ik een wezel aan de voet van de duintjes (zeekant) van de Zwarte Polder. Daar kroop hij onder een takkenbosje. Overal in Vest-Zeeuws-Vlaanderen kom je de we zel tegen: langs slootranden, in knotwilgen, als een knakwordt op pootjes de weg over drib belend. En ook in de duinen. Een tijdje terug zag ik er daar een slepen met een jong konijn. Maar op het strand had ik er nog geen gezien. Redr: Aansluitend op bovenstaande is het mis schien leuk het volgende te vermelden. Op 10 augustus 1978 hadden Frank de Bakker en ondergetekende van 6 uur tot 9 uur op de pier van de Zwarte Polder de (eventueel) langstrek kende vogels geteld. Het zal rond half tien ge weest zijn toen plotseling mijn oog viel op een wezel die daar rondscharrelde tussen de basalt blokken. Regelmatig kon je hem zien verdwijnen tussen de blokken; hij kwam dan enkele meters verder er weer van tussen. We hebben hem echter niet kunnen "betrappen" met prooi. Zeer waar schijnlijk is het dezelfde die ook Pieter-Paul heeft gezien. Erlc Marteyn Op de excursie naar Cape Griz Nez werden een tas van een kijker en een groen regenjack ge vonden. Diegene die dat daar heeft vergeten kan dit afhalen bij de redaktie. Op 26 oktober 1978 werd door Annemarie Verschel ling bij Nieuwe Sluis een dode NOORDSE PIJLSTORM VOGEL gevonden. Wist je dat de laatste zondag in augustus een nationale feestdag is in Italië En weet je waarom Omdat dan het jachtseizoen opent lil Vaak kunnen we groepjes spreeuwen zien overtrek ken, zowel in voor- als najaar. Maar waa$ komen ze vandaan of waar gaan ze naar toe Misschien dat onderstaand artikel wat verheldering brengt. Allereerst de ZOMERTREK deze trekbeweging vindt plaats in de maanden juni en juli en het betreft meestal de juve niele exemplaren, die zich over een betrekke lijk korte afstand (enige tientallen kilometers) verplaatsen om een beter voedselaanbod te zoe ken. Uitzondering hierop vormen de vogels uit Noord-Europa en Zwitserland. Allereerst de Noord- Europese vogelshier is het klimaat wisselval liger, de zomers verstrijken sneller en de dagen duren korter dan het geval is in de rest van Europa. Onmiddellijk na afloop van de broedcyclus trekken de jonge spreeuwen en veel van hun ouders uit deze gebieden weg; de Scandinavische vogels trekken in zuidelijke richting, de Finse en Bal- tiche vogels in westelijke. Allen trekken ze naar een gebied waar het klimaat aanzienlijk milder is en er voldoende voedsel is om de immigranten te onderhouden. Dan wat betreft de Zwitserse spreeuwen; ook het Alpengebied heeft immers een wispelturig klimaat en een kortere zomer, voor al hoof in de bergen. In juni/juli trekken deze vogels in noordelijke richting op zoek naar voed selrijke gebieden. Een deel gaat via het Rijndal naar Midden-Duitsland; een ander deel gaat naar Noord-Frankrjk,België en Nederland. (Hier vinden zij dan met fruit overladen boomgaarden ll) Zoals eerder vermeld betreft het vooral de juv. spreeuwen die aan de zomertrek meedoen. Adulte vogels zijn wat meer honkvast en leggen liever niet van die lanLe afstanden af. Zo komt het dat Noord-Europa en Zwitserland niet totaal "ont- spreeuwd" worden; voor dit contingent bljft er dan genoeg voedsel over om de zomermaanden mee door te komen. -?7-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1978 | | pagina 10