van de penningmeester Geachte leden, er zijn gelukkig al vele leden die hun contributie voor 1978 betaald hebben. Sommigen hebben zelfs wel meer dan de gevraagde f 10,00 of f 7,50 betaald. Daarvoor dank. Er zijn vergeetachtige contributiebetalers die wel eens vragen acceptgirokaarten te sturen. Dit is pas mogelijk als we 500 leden hebben. (We hebben er op dit moment ongeveer 250 Er is nog een mogelijkheid het contributie-betalen gemakkelijker te maken, n.l. door het verlenen van een machtiging aan giro of bank tot het jaarlijks automatisch afschrijven van het gevraagde contributie bedrag van uw rekening op girorekening 9^803 van Raiffeisenbank Oostbrug t.n.v. "t Duumpje" bankrek. 3695.16338 of (via bank) op bankrek. 3695.16338 t.n. "'t Duumpje", Raiffeisenbank Oostburg. Harteijke gro eten uw penningmeester P.v.'t Westeinde P.5. 0 ja, als U verhuist of geen lid meer wenst te bBjvenwilt u dat dan doorgeven aan secretaris R. Blaakman, Oostburgsestraat 29, Zuidzande Telefoon: 01170-3836 nonntTyt -10- KOEREIGER BIJ CADZAND (Red.Onderstaande waarneming is vorig jaar ver nomen, maar nooit vermeld in 't Duumpje. Ge zien het een niet vaak voorkomende soort is, is het zeker nog de moeite waard deze waar neming te plaatsen.) Als ik op 2 juli "77 met twee vrienden op speurtocht ben, zien we opeens in een weiland een vreemde vogel voor ons; het was een reigerachtige vogel te oerdelen naar de manier waarop hij zijn voedsel trachtte te be machtigen. Wij hadden nog nooit een dergelijk soort vo gel ontmoet in onze jarenlange periode van onderzoek. De vogel stond in eenvsi gelegen tussen het zuivering bedrijf Dadzand en het afwateringskanaal. Wij konden hem benaderen tot op ongeveer 60 meter met de auto. Hij pikte steeds maar iets van de grond of greep met zijm bek iets uit de lucht. Als we de vogel zo een tiental minuten hadden gadegeslagen met de verrekijker wordt hij verstoord door een palingvisser en zet zich een paar honderd meter verder in een een ander weilan neer. Met de vogélgids als hulp bij het determineren kon het niet anders zijn dan een koereiger; het was een volwassen vogel, nog half in prachtkleed. Toen wij ongeveer een uur later weer langs dezelfde zeg terugkeerden was de vogel ook weer op dezelfde plaats aan het fourageren. Toen wilden wij toch wel eens zien wat die vogel daar nu aan het oppikken was en wij kwamen tot de conclusie dat hij zich te goed dee aan die bruine mestvliegen die op een tamelijke verse hoop koeie-uitwerpselen zaten. Zeer goed waar te ne men zagen wij de kleine putjes in de koemest veroor zaakt door zijn snavel. Toch wel een zeldzame waar neming voor Nederland. Later vernam ik van Graaf L. Lippens dat hij zeer waarschijnlijk dezelfde vogel in die periode in de huurt had waargenomen, maar dan op Belgisch grondgebied. M.Koopman, Knokke-Heist -11- Uie t

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1978 | | pagina 7