goudhaantje en zwarte mees. En tenslotte het
rekreatiegebied van waar uit, lijkt het wel, de
aanval op het natuurgebied geopend is.
Hinderlijke zaken veroorzaakt door het rekreëren,
die ik gekonstateerd heb, zijn: het plukken van
planten o.a. wilde kaardebol, het met een brom
mer komen bezichtigen van het bos, in het lopen
in beschermd gebied vooral tijdens de trektijd lop
mensen en honden los over de slikplaten en ver
jagen dan vaak honderden rusten de en foura-
gerende vogels, dit zelfde kan ook gebeuren
door een enkeling die in deze tijd uit varen
gaat.
Ondanks deze vaal erg storende zaken is de vogel
rijkdom van het gebied groot te noemen. In een
jaar tijd kon ik er 140 soorten vaststellen,
tijdens 30 volledig en 12 onvolledige inventari
saties verspreid over het jaar.
In het hierna volgende overzicht wat betreft het
voorkomen van bepaalde vogels heb ik de vogels
in de volgende kategoriën verdeeld: broed-
vogel (b)mogelijke broedvogel (b?), zomer
gast (z), doortrekker (d)wintergast (w) en
toevallige gast (t). De aantallen zijn hierbij
voor de code vermeld en hebben wat betreft broed
vogels betrekking op paren en doortrekkers of
en wintergasten op maximale aantallen op één dag
geteld. Vaak is trek en overwintering niet van el
kaar te onderscheiden, met name het weer speelt
hierbij een belangrijke rol, onderscheid is in deze
gevallen dan ook niet gemaakt.
Ik wil er nog wel eens met nadruk op wijzen, dat dde
gegevens alleen betrekking hebben op het jaar
1968 en ook niet helemaal kompleet zijn. Ik houd
me dan ook aanbevolen voor alle gegevens betref
fende de N.Braakmen, ook van andere jaren.
waargenomen vogels en hun globale status,
fuut 1 b?-25 d/w; geoorde fuut 2 d; dodaars 7 d -
4 w; aalscholver 23 d/w; blauwe reiger z - 17 d -
10 w; roerdomp 1 d/w; lepelaar 1 d; wilde eend
b - 470 d/w; wintertaling 123 d/w; smient 1100 d/w;
pijlstaart 20 d/w; slobeend b - 3 d/w; tafeleend
300 d - 90 w; kuifeend b - 320 d/w, brilduiker
13 d/w; grote zaagbek 8 d/w; middelste zaagbek
3 t; nonnetje 9 t; bergeend b - 64 d - 48 w;
casarca 1 t; grauwe gans b - 75 d - 47 w; kolgans
1000 d/w; rietgaans x d/w; indiese gans 1 t;
knobbelzwaan 1 t; kleine zwaan 9 d/w; buizerd
3 d/w; sperwer 3 w - 7 d; bruine kiekendief 1 z -
1 d; blauwe kiekendief 2 d/w; smelleken 1 t;
boomvalk 1 d; torenvalk 2 z - 2 d; patrijs b -
33 w; fazant b - 28 w; waterral 2 b - 2 d/w;
waterhoen b - 93 d/w; meerkoet b -700 d/w;
scholekster b - 90 d/w; kievit b - 200 d/w;
zilverplevier 180 d - 150 w; goudplevier 60 d/w;
bontbekplevier 1 b?- 70 d - 2 w; kleine plevier
3 d; strandplevier 2 d; steenloper 3 d/w; water
snip 35 d - 16 w; hoetsnip 1 w; wulp z - 120 d -
45 w; grutto 3b - 26 d - 12 w; rosse grutto
70 d/w; oeverloper 18 d; tureluur b - 75 d - 28 w;
zwarte ruiter 8 d - 3 w; groenpootruiter 33 d;
kleine strandloper 11' d; bontestrandloper 1600 d -
445 w; krombekstrandloper 19 d; drieteenstrand-
loper 1 t; kemphaan 26 d - 1 w; kluut 6 b - 130 d -
34 w; grote mantelmeeuw 50 d/w; kleine mantel
meeuw 10 d - 1 w; zilvermeeuw 16 z - 400 d/w;
-19-