Blauwe Kiekendief, die echter vooral in de winter valt te
observeren. Ook is dan de Velduil geen zeldzame verschij
ning. De Velduil is helaas als broedvogel uit het gebied
verdwenen, maar heeft in 1979 weer op enkele plaatsen
in West Zeeuws Vlaanderen gebroed, hopelijk binnenkort
ook weer in de Zwarte polder.
De Oeverloper is in de maanden mei en augustus een regel
matige bezoeker van het uitwaterings restant. De Kluut
zoekt buiten de winter eerder de kreekjes op, terwijl
groepen Grutto's tijdens de trek ook wel eens in het
gebied neerstrijken.
Het gehele jaar door, maar in de maanden mei en juni
met tientallen tegelijk, is de Bergeend aanwezig.
Zeldzamere verschijningen zijn het Witgatj e en in de
winter het prachtig staalblauwe IJsvogeltje.
Het duinstruweel
In het duinstruweel bevinden zich de meeste soorten
broedvogels van het gebied. Het gaat hier met name over
een aantal zangvogels. Hiervan zijn de Fitis (8 tot 10
koppels), Winterkoning (5), Merel (8), Zanglijster (2),
Grasmus (3-8), Heggemus (6-8), Groenling (3-5) en~Kneu
(3-5) de meest voorkomende. Ook behoort de Nachtegaal
met 2 tot 3 koppels tot de broedvogels.
-20-
Bijzonder is het voorkomen van de Roodborsttapuit hier
present met twee broedparen in 1979 -
Verder broeden er onder andere nog verschillende Tortels
Zwartkop (1), Spotvogel (1), Braamsluiper (1-2), Tuinfluiter,
(1), Rietgors (1) en laat er de Koekoek zijn jongen
groot brengen.
Als broedvogel de laatste jaren van het toneel verdwenen
zijn o.a. de Sprinkhaanrietzangerhet Paapje en de
Grauwe klauwier. Deze laatste werd echter in 1977 en 1979
in juni waargenomen, zodat een mogelijke terugkeer niet
uitgesloten geacht hoeft te worden.
In 1978 werd een Ransuil met jongen waargenomen.
In totaal komen er zo'n 30 verschillende broedvogel-
soorten in het duinstruweel voor.
Buiten deze broedvogels zijn er nog een keur aan doortrekkers
en wintergasten waar te nemen, waar onder de Cetti's zanger,
Ortholaan en Bonte vliegenvanger.
Voorts is verledenswaardig, dat in het struweel de
Kramsvogels soms massaal neerstrijken (tot 1000 exemplaren)
om er zich tegoed te doen aan de bessen, die er in het
najaar volop aanwezig zijn en de vogels een extra vitamine
injectie geeft om de winter goed door te kunnen komen.
-21-