Strand en slik.
Vooral door de steltloper soorten wordt het slikje veel
bezocht om te fourageren. Het gehele jaar door vallen er
ScholekstersTureluurs waar te nemen en ook de kleinere
BontbekplevierStrandplevier en Bonte strandloper.
In kleiner aantal komen GroenpootruiterKrombek-, Kanoet-
strandloperZilverplevier. Rosse grutto. Wulp en Regenwulp
voor.
Steenlopers zijn meestal alleen in juni en juli afwezig
en daarbuiten bijna altijd present.
Vooral in de winter lopen op de zandige gedeelten langs de
vloedlijn van enkele tientallen tot meer dan honderd
Drieteenstrandlopers
De Kluut, éên van de mooiste en karakteristieke bewoners
van het Delta gebied is onregelmatig waar te nemen in voor
en najaar, maar ook tijdens niet al te strenge winters.
Buiten de steltlopers wordt het strand en slik bezocht
door Bergeenden en enkele meeuwensoorten. Ook rusten er in
augustus en september groepen Visdiefjes. Grote- en Dwergsterns
uit. Soms kan dat oplopen tot meer dan honderd exemplaren.
In de winter wordt de uiterste noordwest hoek van het
slik, waar zich een schor van Engels slijkgras aan het
ontwikkelen is, bezocht door groepjes SneeuwgorzenFraters
en Veldleeuwerikken.
Ook worden dan wel eens enkele Rietgorzen en Oeverpiepers
waar genomen
Al met al gaat het meestal niet om spektakulaire aantallen,
maar het slik en strand vormt een van de in aantal af
nemende gebieden, waar de steltlopers kunnen fourageren
en uitrusten, voor zover ze vooral tijdens de zomer en
weekends daarin niet worden gestoord door de talrijke
bezoekers. Ter illustratie is in de bijlagen een lijst
opgenomen van de maximale aantallen steltlopers per maand,
die door leden van het Duumpje de laatste jaren bijeen zijn
gebracht
Het gebied neemt een vrij be&cheiden, doch niet te ver
marlozen plaató In, In de keten van noodzakelijke ioura-
geer en fuut gebieden voo>t met name steltloper soorten
in het Vetta gebied
-22-
3.4 Insecten, zoogdieren, mossen.
Op grond van een inventarisatie, verricht in 1963 kan men
niet spreken over een waardevol gebied, wat betreft insekten.
Slechts voor een tiental soorten is het predikaat interes
sant van toepassing. Leuk om te vermelden is wel de Jacobs-
vlinder, wiens geel en zwart gestreepte "zebra-rupsen" het
jacobs kruiskruid in de duinen behoorlijk aanvreten. De
Heidevlinder is een opvallende, maar zeker geen gewone
verschijning voor deze streken.
Van de zoogdieren zijn de volgende waarnemingen bekend:
Haas, Wezel, Kat, Egel en Knonijn.
Het konijn vraagt speciale aandacht. In het terrein levert
deze soort geen schade van betekenis, hoewel de hoge stand
in de struwelen moet worden voorkomen in verband met te grote
vraat aan kruiden en struiken. In het schor werkt de invloed
van het konijn positief, omdat door zijn vraat de begroeiing
wordt kort gehouden en hierdoor ook de fijnere flora-elementen
een kans krijgen. Schade van konijnen afkomstig uit het
reservaat is er wel op de aangrenzende landbouwpercelen en
in zekere mate aan de zeewerende dijk. Dit is de voornaamste
reden, waarom de stand kort gehouden dient te worden.
Op het slik wordt wel eens een zeehond aangetreffen
-23-