DUKBEZU/AREN
waardevolle pioniersvegetatie zal zeker voor een deel
verdwijnen. De grote potentiele waarde van dit terrein
wordt hierdoor belangrijk terug gedraaid.
Van het duin verdwijnt ca. 25%. Het betreft hier voor
namelijk de oudste en daarmee meest waardevolle en ver
scheiden struweel vegetaties. De botaniese en land
schappelijk zeer waardevolle dijken met daarop een aantal
alleen hier voorkomende zeer zeldzame plantensoorten
zullen geheel verdwijnen, ook de kultuurhistoriese
waarde gaat verloren.
De oppervlakte, die van belang is als broedgebied
bedraagt ca. 37»5 ha. Hiervan gaat 1U,^ ha oftewel
3&% verloren. De betekenis als broedvogelterrein gaat
hierdoor tenminste met dit percentage achteruit. Waar-
schinlijk zal de werkelijke achteruitgang nog groter
zijn, omdat er relaties bestaan tussen de grootte van
het broedgbbied en het aantal broedende soorten.
Wanneer de gevolgen van de dijkverzwaring getoetst worden
aan de doelstellingen van het beheer van het reservaat
moet gekonkludeerd worden, dat de dijkverzwaringsplannen
niet aanvaardbaar zijn. Zowel de natuurwetenschappelijke
de landschappelijke, als kultuurhistoriese waarden
worden hierdoor te zeer aangetast.
We moeten echter vaststellen dat de afweging al heeft
plaats gevonden en ten nadele is uitgevallen voor de
oppervlakte van de Zwarte polder. Het is zeer de vraag
os het een goede afweging is geweest. De aantasting
van een natuurgebied is onomkeerbaar, terwijl er voor
de omliggende verblijfsrekreatie mogelijk alternatieven
zijn.
Somberder worden we nog, als we de uitvoering van de
dijkverzwaring langs heel de West Zeeuws Vlaamse kust
in de beoordeling betrekken. Steeds maar weer, in het
geval van de inlagen bij Hoofdplaat, de Groese duintjes
bijvoorbeeld, moeteh we konstateren, dat er voor een
uitvoering is gekozen die een aantasting van de natuur
inhouden en al het verlies aan waarden dat dat met zich
mee"brengt. We moeten ons ook afvragen of er wel een
echte afweging van belangen is geweest. In een (te)
laat stadium van de ontwikkeling van de plannen wordt
-32-
er een overleg situatie gekreeerd tussen het Waterschap
het Vrije van Sluis en de Milieuorganisaties, die een weinig
open karakter draagt en waar het Waterschap de argumenten
aanhoortNooit daarna worden die argumenten met een
gedegen antwoord tegemoet getreden. Integendeel, het
Waterschap blijkt onbeargumenteerd de argumenten te hebben
verworpen. Op deze plaats willen we dan ook pleiten voor
een openr overleg, waarin een genuanceerder standpunt
kan worden bepaald. Nogmaals willen we ook aandacht
vragen voor de fantasieloze manier waarop de werken worden
uitgevoerd.
In het geval van de Zwarte polder:
De landschappelijke beleving wordt voor een belangrijk
deel bepaald door de visueel afsluitende en plaatselijk
fraai begroeide dijken. Een nieuwe, veel grotere en enkel
met een grasmat begroeide zeewering zal de waarden aan
tasten. Over en langs de bestaande duindijken lopen re-
kreatief waardevolle wandelpaden. Deze zullen door de dijk-
verzwaringswerken worden ingewisseld tegen veel minder
aantrekkelijke geasfalteerde voetpaden, zonder begeleidende
begroeiing. In verband met een mogelijk herstel van de
dijkflora na de uitvoer van de werken is het gewenst
-33-
NMIBRKICHFfcMiuetytlMUiaiMb <Ml WïVI luwrtfja
MMKTUAnCNt 01 n IIJKVEftZWA&lxG
FANTASIELOZE