de hoogte van de oeverwallen langs de uitwateringsgeul en
e kreken. Deze kritieke drempel ligt op 2.h0 m NAP,
die gemiddeld zo"n 67 maal per jaar wordt overspoeld met
als hoogste waterstand ongeveer 3.10 m NAP. De hoogste
vloedstanden worden waargenomen in de maanden augustus
tot en met november, de laagste in mei en juni.
Zoals vermeit ligt de monding van de uitwateringsgeul
op vrijwel gelijke hoogte met de kritiese drempels
langs deze geul en de kreken. Door verdere verzanding
van deze geul zal de overspoelings frequentie van het
schor belangrijk kunnen afnemen, wat een uitermate
grote invloed zal hebben op de schorvegetaties
Het gemaal, dat door lozing van polderwater voor de
instand houding van deze geul zorg droeg, is sinds
1971 buiten werking gesteld. De geul is nu aan het
verzanden.
Het noordwestelijk slijkgras schor wordt bij elk tij
overspoeld. Dit schor is geheel ingesteld op het zoute
water.
Het grote zuidelijke schor wordt alleen tijdens hoge
vloed overspoeld. Overvloeding vindt plaats nadat het
vloedwater de kreek wallen is overstroomd. Slibrijke
kommen blijven, wanneer het vloedwater zich heeft terug
getrokken, sterk zilt en vochtig, omdat enerzijds het
-12-
slib het zout langer vast houdt en anderzijds de afvloeiing
door de bodem niet zo snel verloopt
Onder de duinen hebben zich zoetwater bellen gevormd. Dit
zoet water treedt plaatselijk als drangwater naar buiten in de
invloedsfeer van het zoute schor. Ook nabij de lagere duinruggen
in het schor komt op kleine schaal drangwater vrij na perioden 1
van regen.
Op de vex&ckMen Zn hoogtetiggZng, de, pKofaZel opbouwde
wexkZng van het zoute zee watex en het zoete siegenwatex,
leageeAt de plantenwexeZd met een gxote vexscheZdenhetd
aan plantengemeenschappen.
(Duinlandschap)
-13-