76-06-79 VERSLAG EXCURSIE NAAR WALCHEREN
Doel van de excursie was een bezoek te brengen aan het
Zeeuws-biologies museum te Domburg en aan het fossielen
museum van Ds. Van Tuyl van Serooskerken te Oostkapelle.
We reden 's morgens langs het fietspad achter de duinen
tussen Vli-singen en Westkapelle, Dit fietspad loopt gro
tendeels door de bossen en we hoorden dan ook heel wat
vogels: Roodborst, Zanglijster, Merel, Fitis, Tjiftjaf,
Tuinfluiter, Zwartkop, Grasmus, BraamsluiperKoekoek,
Ekster, Winterkoning en Heggemus. Het was een goede gele
genheid om de vogelgeluiden weer eens te leren onderscheiden.
In het Biologies Museum konden we de vissen en de vogels
van de Oosterschelde bekijken. Er was ook een tentoonstel
ling van reewild. Daaruit bleek dat alleen in Zeeuws-
Vlaanderen geen reeen voorkomen, maar in de rest van Zee
land wel. Er worden jaarlijks nogal wat reeen doodgereden.
Bijvoorbeeld in 1977 een stuk of zeven op de weg Haamstede
Renesse (1978 een stuk of vier).
's Middags volgden we een wandelroute door de bossen van
Westhove. Ook hierbij viel ons de zang op van de Rood-
borsten en de Zwartkop. We zagen ze ook van tamelijk dicht
bij. We zochten ook de bekende mooie vijver van Duinbeek
op. Daar groeien 3 Amerikaanse moerascypressen.
In Oostkapelle (Molenweg 36) maakten we kennis met ds.
Tuyl van Serooskerken. Hij gaf een korte uitleg over wat
er zoal in zijn museum te zien was. In twee kamers lagen
de fossielen overzichtelijk uitgestald. Na een uur rond
gekeken te hebben vertrokken we weer. Via allerlei binnen
wegen zochten we ons fietspaadje van die ochtend weer op.
Tegen 5 uur waren we in Breskens terug.
Het aantal deelnemers aan de fiets excursie was 10,
waarvan 2 volwassenen.
P. van 't Westeinde
01-07-79 VERSLAG EXCURSIE NAAR Pe PLAATE
Door een fout in de bestuursadministratie heeft de
excursie naar de Plaate het' zonder excursie leider moeten
stellen.
Welgemoed om 13 uur stond ik die dag met een fiets nota
bene aan het Ledelplein te wachten. Vier uur te laat. Bijzon
der vervelend, maar er was op dat moment niets meer aan
te veranderen.
Ik had nog wat historiese gegevens opgesnort en zal ze,
helaas als mosterd na de maaltijd, summier laten volgen.
Omstreeks 1735 bleek de toenmalige geulen bij uitstek
geschikt om met wat graverij een linie te creeeren met
een uitstekende militaire funktie. Het liep van het westen
naar het oosten en verdeelde West Zeeuws Vlaanderen in
een zuiderlijke en een noorderlijke helft.
Omstreeks 1800 met het in onbruik raken van die militaire
funktie legde men de Kapitale dam (onder Biervliet) en
de Bakkersdam (ter plekke) en was de verbinding tussen
noord en zuid een feit. Uit die tijd dateren ook de
meeste inpolderingen uit die omgeving, (o.a. de Passageule-
polder)Een gedeelte van de Passageule bleef dienst doen
als hoofdzakelijk zoet boezem water.
Voor ons. bleef de Plaate als-meest interessante, een.zandig
sediment achter. Interessant omdat dit zandpakket leuke
overgangen vormt naar de kleiige vochtige wei-anden
rondom.
De gemeente Oostburg voegde na de oorlog nog een extra
dimensie erbij door flink wat zand weg te halen voor de
wederopbouw van de gehavende stad.
Verschillende orchideeen en andere karakteristieke planten
geven de verschillende gradaties op kenmerkende wijze aan.
Een ander merkwaardig verschijnsel is de kleine pleis
tocene zandrug, die pal -zuidelijk, net even achter de
watering ligt. Het is waarschijnlijk dat op deze plaats
de oever van het geulens.telsel van voor 1935 gelegen moet
hebben. Dit kunnen we concluderen uit de ouderdom van de
zandrug, namelijk meer dan 10.000 jaar.
Geheel in tegenstelling met de kalkrijke zandplaten
is het zand hier, geheel in overeenkomst met de ouderdom
ontkalkt. We zien het direkt aan de plantengroei; brem is
hier de toonaangevende soort.
Ron Brouwer.
-8-