Maar toen kwam de twaalfde juni. De eerste dag van een zware driedaagse storm, de laatste dag hiervan vergezeld van zware slagregens, plaatselijk zelfs hagel. Dit was de druppel die letterlijk de emmer deed overlopen. Veel eieren spoelden door deze overvloedige regenval weg. Na de storm waren er nog maar twaalf bebroedde legsels over. Ook elders langs de Westerschelde waren de verliezen in de sternkolonies groot. Maar negen dagen later zette het herstel alweer in. Op 23 juni werden maar liefst 21 nieuwe nesten gevonden, een week later nog eens 15 nesten met eieren. Op H juli was het aantal broedparen reeds opgelopen tot 55- Ook waren er toen al behoorlijk wat jongen op de plaat. Ook an dere soorten als Visdief, Kluut, Strandplevier en Schol ekster waren na de storm van 1U juni naar de plaat terug gekeerd om opnieuw te proberen jongen groot te brengen. Sommigen van hen met succes. De meeste vogels, die buiten de zandzakkenring broedden, zagen hun eieren door de spring vloed 8 juli in het water verdwijnen. Inmiddels was het broedbestand van de Dwergstern op de Hooge Platen naar recordhoogte gestegen. Op 1U juli niet minder dan 60 broedparen. Ongeveer 20$ van de nederlandse populatie. Veel jongen gingen met laag water het uitgestrekte slik op een paar uur later werden ze door het opkomende water weer terug gedreven naar de broedplaats. Tesamen met de talloze eenden, steltlopers en meeuwen werd er dan heel wat af geruzied voordat ieder zijn plekje had. Vooral de grotere meeuwen moesten het bij de Dwergsterns ontgelden. Iedere overvliegende Zilvermeeuw werd door minstens zeven of acht Dwergsterns fel bestookt, vaak zelfs totdat ze uit het zicht waren verdwenen. Zo ook een Grauwe Kieken dief, die de hele kolonie in rep en roer bracht. Zeker twaalf Dwergsterns en een tiental Visdieven verjoegen deze sierlijke stootvogel tot boven Zeeuws-Vlaanderen. Het broedseizoen liep naar het einde. De zware storm van 9 augustus gekoppeld aan een hoog springtij bracht grote vernielingen aan. Jongen van late broedvogels kwamen allen om. De spontaan opgekomen vegetatie werd plaatselijk ont- -12- worteld. en door het wate-r meegevoerd. Het broedseizoen was nu definitief afgelopen. Van de zijde van de Stichting het Zeeuwse Landschap wordt er naar gestreefd om in het" najaar enige werkzaamheden uit te voeren om de weliswaar gehavende zandzakkendijk te behouden. In het voorjaar van 19Ö0 kunnen we dan weer, met vereende krachten, herstellen en eventueel vergroten, zodat het broedseizoen 19ÖC hopelijk net zo succesvol voor de vogels zal verlopen als dit jaar. Bart Langeveld en Rene Beijersbergen Chopinstraat 37 Den Haag -13-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1979 | | pagina 8