Er zijn echter nog een paar andere beheerders die weinig of helemaal geen belang hebben bij de bestrijding van de akkerdistel. Voor de weg beheerders geeft deze plant geen last. Toch is de wegbeheerder door middel van de distelver ordening verplicht deze plant te bestrijden. Aanvankelijk werd te bestrijding in ruime mate gebruik gemaakt van chemische groeistoffen. De ze chemische behandeling van de wegbermen ging ten koste van de gehele flora en fauna ter plaatse. Het is met name aan Pr.P. Zonderwijk te danken dat hierin verandering gekomen is. Door zijn werk bij de plantenziektekundige dienst en zijn interesse in het natuurbeheer kwam van zijn hand vele studies en adviezen over bermbeheer, dit heeft dan ook mede bijgedragen tot veranderde inzichten bij de bermbeheerders waarvan er nu nog slechts enkelen een chemische bestrijding toepassen. De grootste wegbeheerders werken nu met uitgekiende maaischema's waarvan nu de re sultaten reeds zichtbaar zijn. Ook voor deze beheerders zou het dus niet nood zakelijk een distelverordening zoals die thans in Zeeland geldt, nodig zijn. De laatste groep van beheerders de natuurbeheer der zal minder moeite hebben met het voorkomen van akkerdistels in zijn gebied dan de eerder genoemde groepen. Hij is zich bewust van de hoge waarde van de akkerdistel in het natuurlijk milieu en kent bovendien de oorzaken van zijn massaal optreden en tracht deze oorzaken zoveel mogelijk te vermijden. Om een voorbeeld te geven: Bij het delven van een vaart of sloot door een rietland wordt de bagger voor het gemak naast het taluud gezet dit heeft een verhogend effect er zitten veel voedingsstoffen in deze bagger het gevolg is een explosie van distelplanten. De natuurbeheerder zal dan ook pleiten voor af voer van de specie en de bestaande hoogtelig ging en daarmede de vegetatie te handhaven. -28- Met andere woorden cfe natuurbeheerder tracht in zijn beheersgebied zo min mogelijk plotseling ver anderingen aan te brengen. Een jarenlange zelfde beheer van beweiden, maaien of niets doen, voor komt meestal een optreden van massale monocultures. Standpunt natuurbescherming t.a.v. de distelveror dening in Zeeland. De natuurbescherming is tegenstander van een dis telverordening zoals deze thans geldt waarbij één ieder verplicht is akkerdistel en akkermelkdistel te bestrijden. De natuurbescherming bepleit een constructie waarbij deze verplichting in alle ge vallen opgaat. Ten aanzien om de herziening van de distelverordening zijn er twee beleidslijnen die tot de mogelijkheden behoren: a. een verordening waarbij bestrijding niet a priori verplicht is, maar via een lastgeving kan wor den geëist; b. een verordening waarbij bestrijding verplicht is maar waarbij een vrijstelling van deze verplich ting tot de mogelijkheden behoort. Voor de laatste mogelijkheid heeft Gedeputeerde Sta ten thans gekozen waarbij enkele natuurbeherende in stanties ontheffingsmogelijkheid verkregen hebben. Toch zou de mogelijkheid a.,via een lastgeving, de meest praktische oplossing voor alle betrokken par tijen bieden mits er een goede afweging aan vooraf gaat dat betekent dus niet een éénzijdige afweging van de H.I.D. van de bedrijfsontwikkeling maar ook bijvoorbeeld een afweging bij Provinciale Water staat Jan de Zwart. -29-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1980 | | pagina 16