moeten gebruik maken van wat de natuur bood:
verschillen in hoogte, in bodemtype, in bodem
rijkdom, werden die verschillen benadrukt.
Daardoor werd het landschap gevarieerder.
b. Vergeleken met nu was er "in de natuur",
"""op het land", "bij de boeren" (en in ieder
geval bij de knechts) vaak barre armoe. Voor
de luxe-generaties van nu, bijna onvoorstel
baar en alleen voor de volslagen onsociale,
"waardevrije" natuurliefhebber iets moois.
G-eriefhoutbosjes en kindersterfte, bemoste
bruggetjes en jicht, een haan als wekker en
onbekendheid met de Verenigde Oostindische
Compagnie. Het gelukkige landleven, ja ver
geet het maar.
wordt vervolgd.
Pieter Paul van Laake.