Gruttoslechts in het voor en najaar enkele malen in het gebied aangetroffen op 24-3-76: 34 exx. Witgatjeeen vijftal waarnemingen, door het ge hele jaar verspreid, waarbij het steeds ging om 1 ex. Oeverloper:1 ex. op 24-5-80 bij de veedrinkput. Tureluur: broedvogel met 1-2 koppels. Verder wer den waarnemingen gedaan buiten het hroedseizoen tot 21 exx. op 2-10-77. Zwarte ruiter: op 4-5-76, 23-11-77 en 2-5-78 steeds 1 ex. Groenpoot ruiier2 exx. op 4-5-78. Kemphaan: in het voorjaar en najaar aanwezig tot 20 exx. Zo werden er op 4-5-80 nog 18 exx. gezien. Kluutenkele waarnemingen, voornamelijk in het najaar. Op 23-10-78 daalden 12 exx. in het ge bied neer, maar vertrokken weer snel in ooste lijke richting. Meeuwen-soortenGrote en Kleine mantelmeeuw, Zilvermeeuw, Stormmeeuw, en Kokmeeuw werden in het gebied waargenomen. HolenduifHet gehele jaar door in het gebied aangetroffen, met een maximum van 20 exx op 17-11-79. Houtduif: Altijd zijn er wel Houtduiven te vin den in de meidoornhaag, waar er ook een koppel broedde. In het voor en najaar lopen de aantal len op tot over de honderd. Tortel: Vanaf mei waargenomen, meestal enkele koppels, die waarschijnlijk bij de dichtst bijzijnde boeiderijen broedden. Turkse tortel: hiervoor geldt het zelfde, al is deze soort het gehele jaar door wel aanwezig. Koekoek: vanaf mei regelmatig in het gebied te signaleren. Kerkuil: 1 ex. 23-8-77. Steenuil: sinds de solitaire knotboom uit het gebied is verdwenen niet meer waargenomen. velduil: In de strenge winter van 78/79 vijf waarnemingen van 1 of 2 exx. -42- Boeren- en Huiszwaluw: Beide soorten broedden in grote getalen in de boerderijen bij de Krabbe- kreek. Voor de Boerenzwaluw werden zelfs meer dan honderd nesten geteld. Vooral de Huiszwaluw is vaak te vinden bij de veedrinkput, alwaar de nat te klei opgepikt wordt en meegevoerd voor de bouw van het nest. Gier- en Qeverzwaluw: Beide soorten zijn wel bo ven het gebied waargenomen, maar zijn er verder niet aan gebonden. VeldleeuwerikDeze soort wordt het gehele jaar in het gebied waargenomen. Er zijn de afgelopen jaren steeds rond de 5 broedgevallen gekonsta- teerd. In de winter kunnen de aantallen oplopen tot ongeveer 100 exx. Graspieper: Ook de graspieper broedt in de Krabbekreek en wel met 3-6 koppels. Buiten het hroedseizoen zijn er ook altijd wel enkele ex. aanwezig. Witte kwikstaart: Er zijn 2 koppels broedend in het terrein gevonden, behalve in f78, toen was er maar één koppel aan het broeden. Tijdens de trek pleisteren groepjes een tijdje in het gebied. Er is 1 waarneming uit december '79 en twee uit januari, allebei in 76. Gele Kwikstaart: 2-3 koppels bevolken het terrein tijdens het hroedseizoen. Ook voor deze soort geldt, dat tijdens de trektijd groepjes gele kwik ken zich in het gebied ophouden. Daarbij werd een maal een Engelse gele kwikstaart waargenomen (23-4-79). Winterkoning: Een koppel broedt in de meidoorn haag. Het gehele jaar is de winterkoning hier aan wezig. Heggemus: Voor de heggemus geldt het zelfde als voor de winterkoning. Er broedt een koppel en is meestal wel buiten het hroedseizoen in de omgeving van de meidoorn waar te nemen. Lijsterachtigen: Alleen de merel broedt in de mei doornhaag. De koperwiek, zanglijster en kramsvo gel komen zich in het najaar van de rode bessen tegoed doen. Ook de grote lijster wordt er het ge hele jaar door waargenpmen. -43-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1980 | | pagina 23