Tapuit, Roodborsttapuit, Paapje, Gekraagde
roodstaart en Zwarte roodstaart:
Al deze soorten werden in het gebied waar
genomen. Bijna altijd tijdens de periode
dat de soort massaal in west zeeuwsch Vlaande
ren doortrekt.
Altijd slechts met 1 of 2 exx. Alleen het
Paapje werd in f79 tot in juni waargenomen,
wat op een mogelijk broedgeval duidt. Op
4-5-80 werden er zelfs 4 exx. waargenomen.
Blauwborst: Op 24-3-76 bij het rietveldje zin
gend waargenomen. Ook in !79 werd een zingende
blauwborst waargenomen en wel op 23 april. Op
4-5-80 werd een exemplaar waargenomen. Bit
kan wijzen op een mogelijk broedgeval in of
bij het rietveldje.
Roodborst: Vooral in het vroege voorjaar soms
een zingend individu.
Kleine karekiet: 2 koppels broeden er de afge
lopen jaren in het rietveldje.
Bosrietzanger1 waarneming: 22-5-79, een zin
gend ex.
Rietzanger: Een koppel broedend al vanaf !76
in een rietkraag.
Spotvogel, Grasmus. Eitis, en tjiftjaf werden
allen buiten het broedseizoen in het gebied
waargenomen.
Grauwe en Bonte vliegenvanger: enkele waarne
mingen van beide soorten tijdens de trek pe
riode.
Koolmees: Een koppel broedt in de bosjes naast
het rietveldje. Verder heel het jaar aanwezig.
Pimpelmeeswel in het winterhalfjaar in het
struikgewas waargenomen.
Grauwe gors: Broedt wel in of vlak bij het
gebied. In het broedseizoen werd de afraste
ring als zangpost gebruikt.
Rietgorsopmerkelijk veel rietgorzen verblij
ven er het gehele jaar door in het gebied. Er
werden twee koppels in f79 geinvetariseerd. In
de winter soms tot 8 exx.
-44-
Groenling. Putter, Kneu en Vink: werden allen
vaak in het gebied aangetroffen met waarnemingen
verspreid over het gehele jaar.
Keep: 5 exx op 23-4-77.
Huis- en Ringmussen: Worden buiten het broedsei-
zoen vaak in troepjes aangetroffen. Er vindt
een levendig heen en weer gereis plaats tussen
de boerderijen en het gebied.
Zwarte kraai. Bonte kraai. Roek, Kauw en Ekster:
worden niet broedend in het gebied aangetrof
fen, maar zijn daarbuiten vaak doelwit van ja
gers, gezien de vondst van enkele dode, getrof
fen exx.
Zoogdieren, vissen, insekten.
Zonder er speciaal naar gezocht te hebben zijn de
volgende dieren-soorten nog in het gebied aan
getroffen.
Van de zoogdieren waren dat Woelrat, Konijn,
Haas en Bisamrat.
Van de vissen werd in een fuik eens Brasem en
Voorn gevonden, verder werd door een Blauwe Rei
ger een paling gevangen.
Van de insekten werden Koolwitje, Kleine Vos,
Bagpauwoog en langs de oever van de kreek werd
een Schaatsenrijder aangetroffen (Gerris Odonto-
gaster)
Jacht.
In het gebied wordt intensief gejaagd. Zeer waar
schijnlijk worden meidoornhaag en jonge beplan
ting voor dat doel gehandhaafd. Ook de fazanten-
ren zal voor dat doel dienen. Be gekweekte fa
zanten kunnen uitgezet worden. Regelmatig wor
den kraai-achtigen en meeuwen in het gebied aan-
dood aangetroffen. Be jacht zal zich, gezien de
aard van het terrein me-t name richten op stelt
lopersoorten (watersnip) en eenden-soorten.
Het zal duidelijk zijn, dat de jacht in dit ge
bied een nadelige invloed heeft op de vogel be
volking. Bij de beoordeling van de waarde van
het gebied zal de negatieve invloed van de jacht
betrokken moeten worden.
-45-