DE VOGELS M ZOOGDIEREN IN EN OM DE AARDEN BURGSE KREKEN. Als we zo rondom de kreken van Aardenburg eens goed rond kijken, dan zien we dat er heel wat verschillende vogels en zocglieren te vin den zijn. Zo is er b.v. de blauwe reiger, een beetje vogelaar, wel bekend. Het is echter nog niet zo lang geleden dat de ze vogel door de vissers: werd verfoeid, van wege, dacht men toen, de grote concurrentie. Tegenwoordig beseffen we echter dat deze vo gel meer goed dan kwaad doet door zieke en zwakke vissen bijtijds op te ruimen. Trou wens de bl. reiger lust niet alleen vis, kik kers, insecten, muizen lust hij ook erg graag. Als we er het geduld voor kunnen op brengen en ons vooral stil houden kunnen we in de rietkragen een roerdomp aantreffen, dit zeker in de Stierskreek ft Grote Gat van St. Kruis is mij niet bekend. Algemeen is deze vogel zeker niet, en omdat hij een ver borgen leven lijdt, is hij zeker niet vaak te zien. Algemeen vindt men er de wilde eend, in mindere mate de bergeend. In de winter maanden kan men er de knobbelzwaan aantreffen, het is een prachtig gezicht om deze witte majesteuze vogels te zien zwemmen en als ze dan op de wieken gaan J Schitterend 11 Meerkoeten en waterhoentjes zijn in grote getale op de kreken te vinden. Een erg zeldzame verschijning, maar toch al waar genomen, is de ijsvogel. Met recht wordt hij de "vliegende smaragd" genoemd. Glinste rend blauwgroen, onderkant roestbruin, korte staart, naar verhouding grote dolksnavel en ongeveer zo groot als een lijster. Wie het ijsvogeltje ziet denkt dat het een vogeltje is die allen maar voorkomt in tropische oer wouden, zo exotisch ziet hij er uit. -16- Een regelmatige verschijning boven de rietkragen van de Aardenburgse kreken is de bruine kieken dief. Een grote roofvogel, die zich voedt met kleine gewervelde dieren, en insecten. Op droog ge vallen stukken en natte weide treffen we voorts allerlei steltlopers aan o.a. de scholekster, de grutto (in mindere mate), oeverlopers, verschil lende soorten strandlopertjes. Een vogel die we er ook kunnen aantreffen is de wulp met zijn kromme naar beneden gebogen snavel en zijn kenmerkende roep: "Wuuliep"Het zou in dit verband te ver voeren om alle vogelsoorten op te noemen die op en rond de kreken voorkomen, maar enkele wil ik hier toch nog wel noemen al is het maar voor de volledigheid. Zo zijn er nog het visdiefje, de kokmeeuw, aller lei duikeendjes (vooral in de winter)de dodaars en niet te vergeten de fuut, alweer een vogel die het de laatste tijd voor de wind gaat. In het riet vinden we de rietgors, de kleine en de grote karekiet (de laatste is nogal zeldzaam) en de rietzanger. Op de oevers scharrelen de altijd bedrijvige kwik staartjes rond, we vinden er 2 soorten, de gele alleen in de zomer, en de witte, die we soms ook tegen komen *s winters. Even terug naar het Grote Gat van St. Kruis, we zien er in hoog zomer 4 soorten zwaluwen, de gier- en de boeren zwaluw, in de meerderheid is wel de huiszwaluw en een kolonie oeverzwaluwen. behalve allerlei vogels vinden we er vertegenwoor digers van de zoogdieren, zoals de Muskusrat, ook wel bisamrat genoemd. Afkomstig uit Noord-Amerika, is hij hier verwilderd. Hij brengt met zijn ge graaf veel schade toe aan oevers en dijken en wordt daarom sterk vervolgd. Op zfn hoofd (of beter op zijn staart) staat dan ook een premie die meestal geïncaseerd wordt door vanwege het Rijk aangestel de rattenvangers. Voorts is de bruine rat talrijk in en om het water aanwezig. Dit dier heeft niet zo'n goeie naam omdat hij nogal eens ziekten voort brengt, maar toch hoort ook hij in de natuur thuis. -17-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1980 | | pagina 10