NIEUWS VAN HET ZWIN 22 juni 1980. 1. De vroegmorgenwandelingen voor het ob serveren van onze zangvogels kenden het gebruikelijk succes. We noteerden 22 zang- posten van de nachtegaal, 31 paartjes ta- puit, een sprinkhaanrietzangerheel wat wielewalen, koekoeken, roodstaartjes en nog veel andere soorten. 2. In het park broeden heel wat soorten: - er zijn slechts 2 of 3 paar ooievaars die jongen hebben; - 2 paartjes torenvalk broeden in de roof- vogelkooi; de oehoe's brengen 2 jongen groot in hun volière; - in de kooi van de meeuwen broeden zowel de kleine mantelmeeuw als de storm- meeuw. 3. In de schorre is het volop broedtijd: - we schatten de kokmeeuwenpopulatie op 4.850 broedparen (inbegrepen de in het Nederlandse Zwingedeelte broedende meeuwen) - 15 paar zilvermeeuwen, 2 stormmeeuwen, één paartjes zwartkopmeeuw heeft 1 jong (we zien gerelgd 6 ex. van deze zeld zame meeuwensoort); - de beheerswerken slaagden want er is een nieuwe toename van visdiefjes (nu -28- reeds 291 broedparen) en van strandplevier tjas 10 broedparen) - wat broedende steltlopers betreft kan men 31 paar kluten, 38 paar scholeksters waar nemen in het Zwin en de onmiddellijke om geving. 4. Ideale weersomstandigheden zorgden voor spectatulaire vogeltrek langsheen de duinen in het begin van mei. Rond 1 mei trokken werkelijk duizenden piepers en honderden kneutjes langsheen de duinenrij. Op 11 mei noteerden we meer dan 3.500 gierzwaluwen per uur, evenals meer dan 3.200 boeren-, huis- en oeverzwaluwen eveneens per uur. 5. Enkele zeldzame waarnemingen: - 350 zwarte sterns op 4 mei; - een grote burgemeester op 25 mei; - 2 lachsterns op 19 en 20 juni; - waarnemingen van lepelaars: 1 ex. op 27 april, 4 op 5 mei, 5 op 14 mei; één ex. overzomert in het Zwin; - één purperreiger op 30 april; 2 ex. op 10 mei; - 2 steltkluten van 23 tot 26 mei; - 20 krombekstrandlopers op 20 mei; - een hop van 10 tot 16 mei. De Conservator, Guido Burggraeve. -29-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1980 | | pagina 16