Twee talrijke soorten op dennestampen waren de Gewone Zwavelkop en de Dennezwavelkop Deze twee soorten lijken nogal op elkaar maar de eerste smaakt bitter en heeft geel groene tinten in de lamellen terwijl de laatste mild smaakt en geen geelgroene tin ten in de lamellen heeft. Zo simpel ligt dat. Een andere talrijke soort van dood dennehout was de Dennevlam die goudgele plaatjes heeft met roestbruine vlekjes (en onder de micros coop ruwe sporen) In het loofbos vonden we twee verschillende soorten inktzwammen. De ene was het fraaie Glimmerinktzwammetje dat in dichte massa's op loofboomstampjes groeit. Hij verschilt van de meeste andere inktzwammen doordat zijn lamellen niet "tot inkt" vervloeien. De andere was de Kale Inktzwam. De soort is eetbaar en niet onsmakelijk maar veroorzaakt ernstige vergiftiging wanneer kort na het gebruik er van alcoholhoudende drank wordt ingenomen. Het best vertegenwoordigde plaatzwammengeslacht was zoals altijd weer Mycena. In dit geslacht loop je zonder microscoop onherroepelijk fout, maar in de loop van de excursie wonden we toch enekele gemakkelijk herkenbare uit zonderingen; de Helmmycena is groter dan de overige Mycena^ de Melksteelmycena produceert melkwitte druppeltjes bij het doorbreken van de steel, de Kleine Bloedsteelmycena produ ceert bloedrode druppeltjes bij breken, de Streepsteelmycena heeft een sterk verticaal gestreepte steel en de Alcalimycena ruikt sterk nitreus (maar pas op: er zijn meerdere mycenas met (meest zwakkere) nitreuze geur). Op en langs de bospaden vonden we hier en daar een groepje van een soort met de goed gekozen naam Witte Kluitjeszwam. Ook vond iemand ergens wat aardappelen die een boer daar had neergegooid blijkbaar alweer een -6- geleden want ze wortelden al. Maar aardap pelen spatten uiteen en deze bleken te stuiven. Dn Aardappelbovisten groeien in (West) Zeeuws Vlaanderen uitsluitend in puur eikenhakhout- bos. In de Braakman groeien uitsluitend Wor telende Aardappelbovisten. Gezien de hoeveelheid regen die er de afge lopen week gevallen was viel de oogst toch wel wat tegen. Er werden dit keer geen specta culaire vondsten gedaan, zoals op eerdere Duumpje-excursiesDe volgende keer hopelijk weer meer succes. Andre de Meyer. 23-11-80 Saeftinghe Een vroege zondagmorgen in november; de ?3e om precies te zijn. Om 9.00 uur stonden onge veer 40 mensen te wachten op de gids aan de rand van dit gebied. Jos Heve, de gids, leidde deze groep geduren de 2 uur door dit gebied van geulen en kre ken. Voor de meesten een tocht vol lol en volle laarzen. Sommigen bang om te vallen in de natte modder; anderen een poging wagend om nog een vogel te zien. De meeste vogels waren deze luidruchtige groep al ontvlucht. Toch nog een smelleken en *r blauwe kie kendief. Regelmatig watersnippen en nog een zwarte ruiter. Veel trekkende fisters; meer dan 200. Veel Smienten. Er zaten er ongeveer 10.000 op dit moment; erg veel bonte kraaien, winter- gasten uit Scandinavië. Nog meer dan duizend kieviten. Pijlstaart, wintertaling, bergeend en grauwe gans. Wat goudplevieren, een ang- -7-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1980 | | pagina 5