HAVIK EN AALSCHOLVER ONDER VUUR Iedereen heeft het kunnen lezen in de kranten en het is zelfs op de TV geweest. De havik en de aalscholver, twee vogelsoorten die zich er de laatste jaren weer een beetje bovenopwerken, zijn het mikpunt geworden van de jagers en postduivenhoudersresp. de viskwekers. De "geweer-jagers" klagen over de vermeende schadelijke gevolgen van het toenemende aantal havikken op dit mo ment 400 paar in heel Nederland)die in samenwerking met de vos en met instemming van de natuurbeschermers een aantal op de grons broedende vogels (korhoen, wulp, nacht zwaluw) zouden uitroeien. Hun strijd resulteerde onlangs in vragen van de Tweede Kamerleden Waalkens en Evenhuis van WD, die min. Braks (landb&Visserijlaat weten dat er teveel havikken zijn en daarom de korhoen uitgeroeid wordt. De jacht openstellen op de havik zou hier oplossing bieden, zeggen zij. En passant suggereren ze, dat ook het aantal buizerds en kiekendieven wel wat aan de hoge kant wordt in ons land. Moet echter de achteruitgang van de korhoen niet gezocht worden in biotoopverlies, verkeerd beheer van de nog overgebleven geschikte gebieden en dus bij ons mensen zelf? Het is niet verwonderlijk dat juist Waalkens eBnEvenhuis deze vragen stellen. In 1977 stemden zij bij wijziging van de jachtwet tegen het voorstel om onder meer korhoenders, houtsnippen en dassen volledig te beschermen. Van "deze prachtige dieren" zit het prachtige zeker in het jachtgenot? En wie heeft wel eens een predator ontmoet die zijn prooi uitroeit? Een predator past zich aan het voedsel aanbod aan en daar zit het volgende probleem. Wilde duiven hebben we veel, maar ook minder wilde kennen we en we hebben er zelfs in hokken. De laatste laten we elke week honderden kilometers vliegen omdat ze dat leuk vinden. Of niet? Velen blijven vermoeid ergens hangen, langs de weg op de akkers, bij de bossen, in de weilanden enz. Dan is het zeker niet vreemd als een havik zo'n talrijke en gemakkelijke prooi af en toe eens pakt. En zeker ook niet tot ongenoegen van de landbouwers die op hun akkers de nodige overlast van deze vogel ondervinden. Het gaat wel een beetje te ver om een aanklacht tegen de havik in te dienen ten behoeve van de hobby om duiven te houden. En waarom beschouwen de jagers, die de duiven met man en macht beheren, die havikken niet als bondgenoot? De aalscholver is het zwarte schaap (cq vogel) van de hengel-jagers. De OVB (Organisatie voor Verbetering van de Binnenvisserij) vindt dat er moet worden ingegrepen nu grote aantallen aalscholvers uit de Oostvaardersplassen de visvijvers van deze organisatie bij Lelystad leeg vissen. Dit ingrijpen houdt dan niet in, zoals je verwacht, de faunavervalsing vanuit kweekvijvers, maar de aalscholvers die geschoten moeten worden of verjaagd naar andere ge bieden. Aalscholvers vervullen hun rol in het ecologisch, zo precies uitgedachte systeem. Zo toonde van Dobben (1952) aan dat het merendeel van de prooi vaak aangetast is door inwendige parasieten, die de vissen langzamer maakt. Verder geldt in dit systeem, dat er regulatie optreedt tussen predator (=aalscholver) aantallen en prooi (=vissen) aantallen. Waar kuntmatig in kweekvijvers onnatuurlijke grote hoeveelheden vis worden gehouden, kan men deze vogels niet kwalijk nemen daar als regulator op te treden. In de natuurlijke toestand had het voedsel gebrek deze visstand al lang beperkt. Om viskwekerijen in stand te houden moet men nu de natuurlijke belagers uitschakelen. Door de kolonie te verjagen veroorzaakt men een grote verarming van een groots natuurgebied en bovendien verplaatst men het probleem. Men moet dus de kwekerij zelf beschermen. Helaas koos men voor afschieten en niet voor andere preventieve maatregelen als verjagen, verwijderen van alle palen en bedrading van de oevers bij de visvijvers, het aantrekkelijker maken van de oor spronkelijke visplaatsen. Bovendien zouden de nederlandse vissers zich eens moeten afvragen of een verantwoord beheer van het viswater dat hele kweekgebeuren in vijvers niet onnodig zou kunnen maken. Ik kan slechts eindigen met te zeggen dat ik hoop dat deze zaken allemaal (nog eens) goed doordacht worden en deze vogels niet de dupe worden van onze menselijke macht en onbegrip. - Eric Marteijn, Oranjestr. 11, 4515 Ca IJzendijke -23-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1981 | | pagina 13