rond gestruind, 2 mensen sloten zich nog bij ons aan. Met zo een kleine groep is het leuk planten zoeken en vooral ook soorten leren kennen. Een grazig terreintje direkt achter de oude schans herbergde veel mos en soorten als tijm-ereprijsveldereprijs, liggend vetmuur, kleine velkers en vroegeling. En een lvermos dat hele plakkaten op de grond vormde. Als paraplootjes groeiden daaruit de voortplantingsorganen omhoog, dus ongetwijfeld para pluutjesmos. Bij Heille hebben we nog een hele ronde gewandeld. Leuk was een zandig weiland, grenzend aan de dijk waarover we liepen. De steile rand ervan wordt niet vertrapt maar wel intensief begraasd door het vee (vanwege de gevarieerde planten samenstelling) Met als gevolg een lage begroeiing met o.a. muizeoor, schapezuring, rol klaver en akkerhoornbloem. Alex Verslag excursie naar de Plaote, 5 juli 1981 Met zo'n 25 deelnemers/sters hebben we v-oral op de planten gelet. Langs de pasen in het bos en langs de Linie. Leuke soorten als sierlijke vetmuur en stijve ogentroost. En veel paddestoelen, waar onder stuifzwammen, duidelijk het resultaat van de vele koele weken. Naast de vele •gewone' orchideeën voor het eerst sinds '77 weer 3 bijenorchissen. In het weiland wilden maar geen groene kikkers zitten. Bij het kreekje vlogen een witgatje en 4 slobeenden op. Alex. -8- ZANGLIJSTER VERZAMELT WORMEN Het was me al een paar keer opgevallen, dat er "vers gespitte" wormen op het tegelpad lagen te kronkelen. Hoe kwamen die beesten daar? Soms waren ze half door midden gehakt. Nu komt een worm bij droog weer niet zo gauw van een tegel af, om niet te zeggen, hij raakt praktisch geen centimeter vooruit. Leg je zo'n wriemelend beest op het gras, dan is hij daartussen wel vlugger verdwenen. Althans, je vindt hem niet zo gemak kelijk terug als op tegels. Ook had ik, toen er wormen lagen op het pad, een eind verder steeds een zanglijster zien rond scharrelen op het gazon. Soms was het of hij/zij argwanend keek in de richting van waar die wormen lagen. Van 30 meter afstand kon ik na wat geduld zien, dat de lijster de verzamelde women op pikte en ermee weg vloog. WATERHOEN HEEFT EEN NEST IN EEN BOOM In de paardenput heeft een waterhoen al twee keer geprobeerd om jongen uit te broeden. Elke keer werden de eieren opgepeuzeld door een bunzing of ekster. Vorig jaar zagen we een bunzing een ei wegslepen. Dit jaar vloog er een ekster in de buurt van de put. De eerste keer dit voorjaar zat het nest onder dichte struiken op een dode tak gelijk met het water oppervlak. De tweede poging geschiedde in een nest in het toen al weelderig aanwezige rietgras. Nu ligt het derde legsel in een wilg, die bij hoge waterstand in het water staat. Het nest zit tamelijk goed verborgen tussen de takken.Je denkt eerst een merel van zijn nest te zien vliegen als je er per ongeluk in de buurt komt. Maar een merel daalt niet met afhangende poten in het water. Het nest zit op een hoogte van 2 meter in een boom. Zou dat waterhoen het door teleurstellende ervaringen nou maar eens in een boom proberen? Komt dat meer voor? Petrus van 1t Westeinde -9-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1981 | | pagina 6