Verslag excursie naar het Paulinaschor23-8-81 Zondagmorgen lag het Paulinaschor er nog rustig bij in het ochtend zonnetje, iets wat je 's middags vaak niet meer kunt zeggen, jammer genoeg. 7 mensen, gewapend met kijkers, bevonden zich op de dijk om al die vogels, die zich op de slikken bevonden, te bekijken. Het regende dus eens niet op het Paulinaschor. Het werd langzaam hoog water en dat maakte het tellen van de grote groepen steltlopers, die allemaal door elkaar lopen te rennen op zoek naar voedsel aanzienlijk gemakkelijker. Als de slikken onder water komen te staan verzamelen de steltopers zich allemaal, soort bij soort, op zgn. hoogwatervlucht plaatsen (h.v.p.'.s in vogelaars kringen) waar ze gedurende de hoogwater periode slapen en zich poetsen. Men moet bij het tellen van deze grote groepen voorzichtig te werk gaan, omdat ze erg gauw opvliegen. Dat ze dan niet meer geteld kunnen worden is vervelend maar niet de reden waarom ze voorzichtig benaderd moeten worden.Deze periode is 'broodnodig' voor de steltlopers; ze zijn vaak op weg naar hun overwinteringsgebiedendie nog veel zuidelijker liggen voor de drieteenstrandloper bv. in Zuid Afrika) en ze doen dan onderweg gebieden als het Paulinaschor aan om hun reserves aan te vullen. Verstoring betekent dus verbruik van extra energie en slechtere lichamelijke conditie (minder rust en minder zorg voor het verenkleed) Verstoring kan dus inhouden dat sommige vogels hun over winteringsgebieden niet meer kunnen bereiken. Dit zouden al die mensen die hun keffende tekkel of bassende duitse herder al die steltopers de lucht in doen jagen eens moeten beseffen. Een zelfde geldt voor de naaktloper in de kolonie dwergsterns of de bestuurder van de brullende 250 cc monsters, die het terrein beschouwen als Zandvoort. Ook de zgn 'milieu vriendelijke' vogel fotograaf maakt zich nogal eens schuldig aan het verstoren van rustende vogels Ze doen het misschien niet allemaal bewust, maar velen reageren toch uiterst agressief als je ze er op wijst. Misschien hoort dit allemaal niet thuis in een excursie verslag maar het moest me toch even van het hart. Door gebruik te maken van de telescoop kijker konden wij ze in ieder geval goed tellen én mooi bekijken. Er waren er veel. Lange lijsten zijn vervelend maar aan -en korte opsomming ontsnap je soms niet: -4- Strandplevier 300 Bontbek plevier: 200 Zilverplevier: 245 Drieteen strandloper: 610 Kanoet strand loper: 10 Rosse grutto: 68 Grutto: 24 Regenwulp2 Wulp: 350 Groenpoot ruiter: 2 Zwarte ruiter1 Oeverloper: 1 Scholekster: 2150 Een 'goede' telling deze zondag morgen. Nog enkele late dwergsterns en een grote stern op doortrek. Verder de verschijnselen van de najaarstrek: groepjes tapuiten, 2 bruine kiekendieven, de eerste smienten, eidereenden en aalscholvers. Al een paapje en hoog weer een bruine kiekendief richting zuid. - De visarend is alweer op komst, nog enkele weken en dan zal die weer 'acte de presence' geven. Best een bezoekje waard, dat Paulinaschor, zeker in de winter als het te koud wordt voor de tekkel. Ik zie U er wel eens, Eric Marteijn. Verslag excursie naar de Braakman, 20-9-81. 14 personen trotseerden het bijzonder slechte weer, zuidwester storm met veel regen, om de Braakman na het verlaten van de toeristen te bezoeken. Het Dlan was om de Braakman rond te lopen, maar daar zagen we maar vanaf. Vanaf de oarkeerplaats liepen we over de weg naar het noordelijke bos. Onderweg kwamen we vele boer- en huis zwaluwen tegen, sommigen erg verzwakt, zodat ze bewegings loos op de draad bleven zitten toen we voorbij liepen op korte afstand. We vreesden, dat deze vogels het warme zuiden niet zullen halen. In het bos troffen we o.a. zwarte mees en glanskopmees aan. Zelfs 2 ijsvogeltjes kruisten ons pad. In het water verder vele eenden en steltloper soorten, een 6-tal aalscholvers, fuut en dodaars. Op de terugweg troffen we een vroege groep kramsvogels, zeker meer dan 20. Op 27 december herhalen we deze excursie en hopen dan echt de hele ronde te kunnen doen Thijs -5-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1981 | | pagina 4