badgasten STELTLOPERSPRIMA ZWEMMERS (laatste aflevering) In het winter halfjaar zijn er in de duinen altijd wel sperwers te vinden. Ze jagen daar op vogels tot lijster grootte. Ze doen dat door hun prooi te overrompelen: ze komen laag achter de struiken aanvliegen en schieten dan tevoorschijn. Vaak is het voor de prooi te laat om te vluchten. En trouwens, de sperwer is een felle achtervolger. In januari, de tweede koudegolf van deze winter, is het duin leeg gestroomd. De kramsvogels en koperwieken weg, evenals bijna alle spreeuwen. En ook de kleinere. Voor zover ze niet weg zijn, zijn ze weinig opvallend; ze sparen energie om de kou te overleven. En wat doet de sperwer? Die schakelt over op een ander menu. Althans dat deed een wijfje op 15 januari 1982. Ik was de kust aan het tellen. Op een pier bij het haventje van Cadzand zat niks. Ja toch en wat raar? Tussen de twee rijen palen helemaal aan het eind iets lichts. 2ilverplevier? Absoluut niet. Het was een wijfje sperwer. Ik hield haar in de kijker en had geluk, want al na een minuut of vijf, aksie! Zo plotseling, dat ik haar even uit het oog verloor. Ze was tussen de palen weggeschoten. Ik ving haar weer in de kijker toen ze, vijftig meter op zee, een langsvliegendjdrieteenstrandlopertje sloeg. Het ontkwam half en werd toen helemaal gepakt. Ze vloog met haar buit terug naar de zelfde plek, plukte het daar (enkele begerige zilvermeeuwen durfden niet vlakbij te komen) en peuzelde het op. Een minuut of tien later, of waren het twintig minuten?- de tijd verdween, vloog ze weg. Pieter Paul van Laake. Dat eenden, ganzen en zwanen kunnen zwemmen weten we allemaal. En ook het voorbeeld van de franjepoten, waar zwemmen eerder regel dan uitzondering is, is voor velen van ons geen nieuws. Maar er zijn veel meer steltlopers dan deze specialistiese soorten die kunnen zwemmen. Toch zien we het niet vaak. Mijn eerste kennismaking met zwemmende steltlopers betrof kluten, die zwemmend een kreek overstaken. Ik heb deze soort later nog vaak op kreken en plasjes dit gedrag zien vertonen. Een wat uitzonderlijke waarneming van het zwemgedrag van deze soort deed ik tijdens een najaarsstorm, toen ik bij hoogwater een grote witte vlek op de golven zag dobberen voor het PaulinaschorOp enkele honderder meters uit de kust lagen een paar honderd kluten in één groep te dansen op de hoge golven. Er stond daar zeker enkele meters water. Schijnbaar op hun gemak overtijden deze vogels op de vrij ruwe Westerschelde. Ook de zwarte ruiter is een soort, die ik vaak heb zien zwemmen in allerlei kreekjes. Zo zag ik bijvoorbeeld in de Piaskreek verschillende malen een groepje van 7 tot 10 exemplaren vanaf de ene oever naar de andere zwemmen en ook dat ze vanuit de vlucht rechtstreeks op het water landden. Zowel kluut als zwarte ruiter bleken regelmatig voedsel te vangen als ze zwemmen. Jonge kievitten, tureluurs en scholeksters schijnen vaak zwemmend te vluchten; dit heb ik zelf helaas nog nooit mogen zien. Wel dat een volwassen scholekster, opgeschrikt door een jagende blauwe kiekendief op het water ging zitten voor de hoogwatervluchtplaats en daar zwemmend enige tijd doorbracht. Later bleek:" dat hij slecht kon vliegen en was waarschijnlijk door de omstandigheden gedwongen Kees Swennen zag eens een groep scholeksters op 100 meter uit de wal voor de kust van Vlieland. Ook zij dansten net als de kluten, als meeuwen op de golven. De tureluur is een soort die ik zwemmend hebben kunnen bekijken toen deze van pierestekersheuveltje naar piere- stekersheuveltje zwom, toen het slik onderwater kwam te staan. Soms lees je wel eens dat men zich afvraagt, hoe het kan dat sommige steltlopers zulke grote afstanden over zee in één keer kunnen afleggen. Er is dan bv.voor de stêcinloper wel eens gesuggereerd, dat deze bij niet te ruwe zee gewoon neerstrijkt op het water en daar enige tijd rust. Aanvankelijk klinkt dat misschien raar voor soorten, die je eigenlijk -13- -12-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1981 | | pagina 8