De houtduif werd niet geteldterwijl van de
tortel flinke groepen doortrekken in mei.
De zwaluwen vormen een belangrijke groep
trekvogels die onze kust aanhouden. Dit voor
jaar zullen we niet licht vergeten. Vooral
7 mei staat in onze herrinnering gegrifd toen
20.605 gierzwaluwen passeerden in 8*s uur.
Niet de gehele dag werd geteld, terwijl werd
geconstateerd dat tot diep in het binnenland
gierzwaluwen doortrokken. In het verslag
hopen we hier uitgebreider op in te gaan,
maar zeker is dat op die dag 50.000 tot 60.000
gierzwaluwen onze streek passeerden!
De eerste boerenzwaluw werd op de trekpost
waargenomen op 21 maart, maar de grote trek
vond pas in mei plaats. In totaal telden we
28.559 boerenzwaluwen, met als topdag 8 mei:
11.276 ex. in 8^ uur. De huis- en oeverzwaluw
trekken niet zo massaal, maar de aantallen
blijven respectabel.
Opvallend is het aantal boompiepers, waarvan
we dachten dat het een zeldzame doortrekker
was. De aantallen zullen zelfs nog te laag
liggen. De boompieper is moeilijk te onder
scheiden van de graspieper, vliegt hoog en
eigenlijk alleen op het geluid te determineren.
De gele kwikstaarten vielen wat tegen. De
hoofdmoot trok tussen 7 en 10 mei voorbij
met in totaal 3094 ex. De ondersoorten engelse
en noordse gele kwik kan in de vlucht moeilijk
onderscheiden worden. Uit neerstrijkende
groepjes blijkt dat het percentage noordse
gele tot boven de 50% kan uitstijgen in de
le helft van mei.
Wielewalen trekken in mei in de ochtend uren
voorbij. Een verschijnsel dat zich op andere
trekposten bijna niet voordoet.
Van de kraaiachtigen is het kauwtje het alge
meenst. Roek en bonte kraai trekken vroeger
door. Opvallend is het lage aantal vinken
t.o.v. trekbanen in het binnenland, waar dui
zenden vinken kunnen passeren.
-12-
Het voorjaar van 1981 lijkt een goed trekseizoen
geweest te zijn. Vooral de aantallen zwaluwen
liggen erg hoog en ook waren er enkele goede
steltloperdagen. Bijzondere waarnemingen waren er
ook te over, zoals de totaalstaten aangeven.
Voor meer wetenswaardigheden wil ik verwijzen
naar een uitgebreid verslag van de trektellingen
uit het voorjaar van 1981, dat binnenkort zal
verschijnen.
Natuurlijk een woord van dank aan de vele waarnemer?
die ons bijgestaan hebben maar gelukkig ook
vele uren plezier beleefd hebben aan dit curieuze
fenomeen de vogeltrek.
Eric Marteijn
Thijs Kramer