Planologische regeling van Windmolens
Planten excursie in de Kievittepolder6 juni 1982
Om 8 uur was het heerlijk weer, om 10 uur al bloed
heet. Met z'n zevenen maakten we een aangename wan
deling. Toppers waren de minstens 150 eksemplaren
van de rietorchis bij het kikkerputje en het zeer
vergiftigde bilzenkruid, Hyoscyamus niger, die ik
abusievelijk Atropa bella-donna noemde. We vonden
twee planten van glad parelzaad. De rozen geurden,
de vlier, de munt. Naar een van de bosrietzangers
luisterden we aandachtigs hij imiteerde o.a.
merel, spreeuw en groenling.
PPvL
Planten excursie naar Retranchement, 18 juli 1982
12 mensen verzamelden zich op de Markt van Retran
chement, maar Alex was met vakantie, zodat we niet
echt de mooie plekjes hebben kunnen vinden en uit
pluizen. Dat bewaren we maar voor een volgende keer.
Öp het kruidenrijke voetbalveldje vonden we de
volgende vlinderss bruin en oranje zandoogje,
het kleine dikkopje, twee soorten blauwtjes,
de atalanta (erg talrijk deze zomer)het geaderd
witje, het klein knollenwitje, dagpauwoog, kleine
vos en heel even het zeldzame landkaartje.
Er werd even flink geroken aan de stinkende ballote
dan ruikt de watermunt toch heel wat lekkerder,
die we vonden langs de sloot bij de Contre Escarpe.
TK
-38-
De gemeente Oostburg heeft ons om gegevens ge
vraagd van trekbanen en-routes in de streek die
gebruikt kunnen worden in een rapport, dat de
plaatsing van windmolens in de gemeente plano
logies moet regelen. We hebben een wat uitge
breidere reaktie gegevennadat de problematiek
in de planologie werkgroep was doorgesproken.
Hieronder de prakties letterlijke weergave van onze
reaktie.
Allereerst zullen we een onderscheid moeten maken
in de verschillende types windmolens. Natuurlijk
zijn de gevolgen voor de omgeving bij de plaatsing
van 60 meter hoge windturbines in een turbinepark
veel omvangrijker dan de plaatsing van een kleine
20 meter hoge molen. Op grond van vermogen, de
ashoogte en de wiekdiameter kunnen we de volgende
types windmolens onderscheidens
type vermogen ashoogte wiekdiamter
klein 10-100 KW tot 35 m. 35 m.
middelgroot 100-500 KW tot 75 m. 30-75 m.
groot 500 KW 75 m. 75 m.
Uit: Windenergie in Zeeland, Grondmijfebr. 82.
De plaatsing van windmolens met een ashoogte vanaf
35 meter, dus de middelgrote en grote molens,
zal een grote landschappelijke invloed hebben,
temeer als het gebeurt in de vorm van een wind
molenpark. De aanpak op deze schaal maakt ook de
plaatsing van spanningsleidingen noodzakelijk.
Ook de gevolgen voor de vogels kunnen aanzienlijk
zijn als het om deze types gaat. De vogels die
snachts trekken vliegen bv. ook op deze hoogte.
Het ruimte beslag zal aanzienlijk zijn. Voor deze
molens kan beter geen planologies® regeling
getroffen worden. Het is beter de plaatsing van
deze molens per geval of projekt via een bestem
mingsplan procedure te regelen.
-39-