Ook de Aalscholvers, die op de rotsen van de franse west kust broeden behoren tot P.c.carbo (Yeatman 1976). De waarnemingen zijn echter onvoldoende (ook foto's ontbreken) om op uiterlijke kenmerken de vogels van deze broedjjoging op ondersoort te determineren. Echter op grond van de keuze van de nestplaats is het niet uitgesloten dat het hier P.c.carbo betreft en niet - zoals de rest van de nederlandse vogels - P.c.sinensis. Hopelijk betreft het geen éénmalige gebeurtenis en her haalt de situatie zich. Aanvullende waarnemingen, met name om de ondersoort te bepalen zouden interessant zijn. Voorop moet echter blijven staan dat het slagen van het broedgeval ALTIJD belangrijker moet zijn dan het verza melen van informatie ter verruiming van eigen kennis als dit gepaard kan gaan met verstoring'. De terugkeer van de Aalscholver als broedvogel in Zeeuws-Vlaanderen is dus zeker geen utopie. Zover mijn informatie strekt is dit de eerste broedpoging sinds 1946 (een kleine kolonie op Ter Hooge bij Middelburg (meininger 1977) in Zeeland. Met dank aan dhr. B.Grootjans en dhr. H.de Winde die mij de waarnemingen verschaften. Eric C.L. Marteijn. Literatuur Buise, M.A.; 1982; De Aalscholver (Phalacrocorax carbo) in oostelijk Zeeuws-Vlaanderen.; V.0.T.5; 94-102. Cramp, S. K.E.L. Simmons; 1977; Handbook of the Birds of Europe the Middle East and North Africa, Vol.1; Oxford, University Press. Enkelaar, H.; 15 7; Avifauna van West Zeeuws-Vlaanderen 1957-1967; Alcedo reeks, no.12. Meininger, P.L.; 1977; Verspreiding en aantallen van de broedvogels in Zeeland. Middelburg. Teixeira, R.M.1979; Atlas van de Nederlandse Broed vogels.; Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten. Yeatman, L.; 1976; Atlas des Oiseaux nicheurs de France i de 1970 A 1975.; Uitgave van Sociëté ornithologique de France. Albinisme"* De laatste maanden zijn er nogal wat waarnemingen binnen gekomen van albino of gedeeltelijk albino vogels. Albino wil eigenlijk zeggen dat het dier geen pigment kleurstof bezit. Voor de aanmaak van pigment is een be paald enzym nodig. Volmaakt witte albino's missen dit enzym helemaal. Niet alleen hun veren missen pigment ook hun ogen kennen geen kleur en worden rood. Beesten die wel het enzym bezitten kunnen echter ge deeltelijk albinisme kennen; een witte kop, wat witte veren e.d. Bij Huib van Iwaarden vliegt er bv. al maanden een merel in de tuin, die steeds witter wordt. Eerst waren het maar wat veren. Naar gelang de rui vordert wordt de merel witter en witter. Hieruit blijkt dat een vogel het ene jaar meer 'last' van het albinisme kan hebben dan het andere jaar. De volgende waarnemingen ontvingen we van geheel of gedeeltelijk albino-vogels 10-07-82, gedeeltelijk albino KNEU, vloog samen met een mannetje kneu en was voor de bovenste helft wit. Had wat nestmateriaal in de bek en kende blijkbaar geen huwelijksproblemen door het afwijkende kleed.(TK) 30-07-82, 1 volkomen albino BOERENZWALUW, ten zuid westen van Sluis. Med. H.Rijkbost. 11-09-82, 1 volkomen albino BOERENZWALUW, zat op een TV antenne te Cadzand Bad. Med. B. de Die. 20-09-82, 1 volkomen albino HUISZWALUW, trok samen met soortgenoten naar het zuiden, Zwinpost (TK) 02-10-82, 1 gedeeltelijk albino SPREEUW, eveneens trek kend en waargenomen op de Zwinpost (diverse waarnemers) september '82, 1 volkomen albino HUISMUS. Med. A.Bun en G. de Bruyckere. TK DE WAAIERSTAARTRIETZANGER Petrus kwam in de werkgroep vergadering van augustus met de mededeling dat hij een raar vogeltje had gezien, wat hij niet meteen kon thuis brengen en in .de golvende vlucht steeds 'zip', 'zip' riep. Het geluid werd zowel aan de Vossenkaai bij Hoofdplaat gehoord als bij Nieuwe Sluis. Al snel werd duidelijk dat het hier om het onmis kenbare gedrag van de WaaierstaartrietZanger ging. -83-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1982 | | pagina 9