z7 ■K X x Z KRAMSVOGEL ALS BROEDVOGEL IN WEST ZEEÜWS VLAANDEREN Ook toen werden de Hooge Platen als slaapplaats gebruikt en de polders rondom Biervliet en Hoofdplaat als fourageergebied. Het ging toen ook cm enige honderden exemplaren (van Impe&Enkelaar1963) De vogels verbleven toen ook vooral op pas ingezaaide wintertarwe, waarbij echter gesuggereerd wordt dat de vogels kleine slakjes afpikken van de tarwekieii, iets wat in niet aannemelijk acht omdat de literatuur voornamelijk granen aangeeft als stapelvoedsel in deze periode (Cramp&Simmons, 198O) Al met al was het een spectaculaire gebeurtenis, die voor de mensen die het met eigen ogen hebben mogen aanschouwen een diep.indruk moet hebben achter gelaten. Dat overigens niet iedereen zo'n bewondering heeft voor deze prach- I tige vogel mag blijken uit het artikeltje met de titel:"Kraanvogel afgeschoter in West Vlaanderen"» Een met hagel doorzeefde jonge vogel werd gevonden nabij Uitkerke (van Gcmpel, 1982) Dank gaat uit naar alle mensen die hun waarnemingen doorgaven: Hans Risseeuw, G.Prang, Mardik Leopold, Jan de Zwart, Rob van Westrienen, A. Marteijn, Peter Meininger, Piet Duiven, Cees Swennen, Jacky Snoep, Petrus i van het Westeinde, Cor van het westeinde, Leo Christien D'Hoore, C. Kostense, Harry Mussche, Gilbert van AvermaatGuido Burggraeve, Thijs Kramer, George Sponselee. En nu weer wachten op de volgende keer. Literatuur -Vergoossen, W.G. (1982) Pleisterplaatsen-reservaten voor Kraanvogels een urgente zaak. Vogeljaar 30 (6): 327-328. -Wille, H en H. Ehkelaar (1963) De Kraanvogel (Grus Grus L) pleisterend in Zeeland. Gestencild verslag Vogelwacht West Zeeuws-Vlaanderen. -v.GompeljJ.(1982)Een Kraanvogel afgeschoten in west Vlaanderen. Mens en Vogel 20 (IV)-279 -Cramp,S&Simnons, (1980). Hanbook of the Birds of Europe, the Middle East and North Africa. Vol.11, Oxford University Press. Eric Marteijn, Oranjestraat 11, 4515 CA IJzendijke.l Op dit kaartje is aangegeven waar Kraanvogels pleisterend (x) of over vliegend werden waargenomen in november 1982 in West Zeeuws Vlaanderen per SOVON-blok (5kmx5km) s y 3 In 1981 vond een broedgeval plaats van een Kramsvogel in Aardenburg in de gaffel van een appelboom, die met enkele andere fruitbomen staat in een hectare groot gebied van moestuintjes in de bebouwde kom van Aardenburg. Toen yet jaar daarop in 1982 op dezelfde, plaats èen Grote lijster tot broeden kwam, leek dat het broeden van de Kramsvogel vooralsnog een incidentele gebeurtenis was in West Zeeuws Vlaanderen. Tot de mededeling kwam van dhr. van Waesdat in zijn boongaard aan de Groeneweg in de Generale Prins Willempolder, gemeente Oostburg, zo'n 7 jaar geleden Kramsvogels gebroed hebbeh, minstens 2, mogelijk 3 jaar na elkaar. Eerst kwamen er 3 of meer,koppels tot broeden, het laatste jaar slechts 1 koppel meer, Deze mededeling is opmerkelijk te noemen in het licht van de geschiedéni van de Kramsvogel als broedvogel in Nederland. Laten we die geschiedenis even reconstrueren a.h.v. wat er in de Broed- vogelatlas over is opgenomen: "Van orgine is de Kramsvogel broedvogel van de taiga Sinds de ijstijd heeft hij zich vanuit Siberië in Centraal- en West-Europa gevestigd en is steeds meer in westelijke richting opgeruktIn het midden van de vorige eeuw werden de eerste nesten in Oost-Duitsland gevonden. Rond 196 was hij in West-Duitsland een regelmatige, maar schaarse broedvogelC. Volgens de literatuur ontstond de eerste kolonie in België in 1966 in de Ardennen en vanaf die tijd is de Maasvallei gekoloniseerd, terwijl volgens niet gepubliceerde gegevens reeds in 1958 bij Gellik, op enkele kilometers over de grens bij Maastricht een kleine kolonie in een uitl gestrekt en rustig bosgebied moet hebben bestaan Zonder twijfel vinden de broedgevallen in Zuid-Limburg hun oorsprong in de Belgische populatie en zij vormen een voortzetting van de kolonisatielijn van de AJpen, via de Jura en de Vogezen naar de Ardennen. De Nederlandse populatie is als volgt toegenomen1872: 1 zeker broed geval; 1973: 1-2, waarvan 1 zeker; 1974: 3-6, waarvan 1 zeker; 1975: 15-20, waarvan 12 zekere, 1976: 30-40, waarvan 29 zekere; 1977: 54-74, waarvan 27 zekere." In de boomgaard van van Waes moet in de periode 197^-1976 Kramsvogels tot broeden zijn gekomen in een kleine kolonie Opmerkelijk, ten eérste omdat juist in die periode het aantal broedgeval len nog erg beperkt was, ten tweede, omdat de meeste broedgevallen in het verlengde van de kolonisatielijn Alpen-Jura-Vogezen-Ardennen lagen, terwijl West-Zeeuws Vlaanderen daar ver van verwijderd is, ten derde cmdat het in ons geval gaat cm kolonie vorming, iets wat buiten Zuid Limburg nooit is voorgeomen (volgens de Broedvogelatlas) Kolonievoming schommelt Van jaar tot jaar en loopt uiteen van 2 tot 12 broedparen, volgens de eerder aangehaalde bron. De boomgaard is enkele hectares groot en ligt in een grootschalige polde: net ten zuiden van de boomgaard ligt een weiland, verder bestaat de omgeving uit akkerbouwpercelen. Ook dit kcxnt niet overeen met de -voorkeursbiotoopeen parkachtig landschap. De broedplaats van de vogels in de fruitbomen of windscherm behoort wel tot de meest gangbare broed plaatsen. Het broedgeval uit 1981 in Aardenburg staat dus niet alleen. Extra aan dacht voor de Kramsvogel is gewenst. De 2 waarnemingen uit juli '82 moeti nu ook met enige argwaan bekeken wordèn. -133- s H 0 V K A

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1982 | | pagina 16