GALLEN DN ZEEUWS VLAANDEREN Als we op zoek gaan naar mogelijke nieuwe broedplaatsen, hierbij enige informatie: De zang is vanaf half maart tot in juni té horen. De nesten kanen van half tot eind april gereed. Sons komt de Kramsvogel tot een tweede legsel. Kramsvogel alarmeren luidruchtig bij nadering van het nest. Thijs Kramer AAM3B3EVEN DODE VOGELS De heer Davidse van de veldpolitie heeft ons de lijst bezorgd van vogels waarvoor een vervoersvergunning werd gegeven, omdat het beschermde vogels betrof. De lijst van 1982 ziet er als volgt uit: Steenuil 7, Kerkuil 6, Bergeend 2, Roerdomp 1, Torenvalk 6, Pimpelmees 2, Blauwe reiger 1, Dodaars 2, Kokmeeuw 5, Brilduiker 1, Hèggemus 2, Goud haantje 1, Ransuil 2, Vink 2, .Rietgors 1, Koolmees 1, Roodborst, Zwartkop 2 Waterhoen 1, Kievit 2, Vuurgoudhaantje 1, Fuut 1, Lijster 1, Roodkeelduiker Jan van Gent 1, Zilvermeeuw 2, Havik 1, Geélgors 1, Tureluur 1, Kanoet- strandloper 1, Bonte strandlopgr 1, Dwergstern 2, Mahtelmeeuw 1,-Graspieper Vaalstormvogeltje 1, Drieteenmeeuw 2, Grote mantelmeeuw 1, Tuinfluiter 1, Huiszwaluw 1, Scholekster 1, Buizerd 2, Groene specht 1. Een bij zender omvangrijke lijst, waarop ook enkele zeldzame soorten voor konen. Met dank aan dé heer Davidse. AANVULLING BOSRUITER N.a.v. het artikel over het. voorkanen van de Bosruiter in West Zeeuws Vlaan deren verschenen in het vorige nummer van het verenigingsblad kregen we de volgende aanvullende waarneming: minstens 3 ex. Knokkert. Med. dhr. J. Knupker OPMERKELIJKE, TREK VAN DE GROTE GELE KWIKSTAART IN HET NAJAAR VAN 1982 In'de Avifauna van West Zeeuws Vlaanderen '57-'67 (Enkelaar e.a.,'68) heeft de Grote Gele Kwikstaart de status van dwaalgast Er waren over die periode 3 waarnemingen bekend, 1 uit mei en 2 uit oktober. Sindsdien zijn daar behoorlijk wat waarnemingen bijgekomen, die om een herziening van de status vragen. Elk voorjaar worden er wel enkele exemplaren Waargenorasn op de trekpost bij de Vuurtoren van Breskens in de maanden maart t/m mei. (zie verslagen) Uit de voorlopige resultaten van het SOVON-projekt blijkt dat de Grote Gele Kwikstaart voorkant in maart in 2 blokken, in april:2, mei:4, september:1, oktober5november:1. Verder is er 1 waarneming uit december (1-12-76, 1 ex. Gróte Bladelingse polder) Dit najaar zijn er 19 exemplaren waargenomen" en wel op de volgende dagen: 4 september: 1 ex. Zwinpost 1 oktober: 3 ex. Zwinpost Knokkert 2 oktober: 4 Zwinpost 3 oktober Zwinpost 15 oktober Zwinpost 19 oktober 10 september: 19 september 22 september: 28 september: 29 september: Grote Gat O'burg 21 oktober: ex. Zwinpost ex. Zwinpost ex. Schoneveld ex. Zwinpost ex. Zwinpost Alle waarnemingen betreffen trekkende exemplaren in zuidwestelijke richting. TK -134- Nieuw gevonden soorten sedert het artikel in het Duumpje 6/4, herfst 1980. Sinds enkele maanden is het nieuw Gallenboek uit bij de KNNV. Sinds 1977 is daaraan gewerkt en het resultaat is een in vele opzichten verbeterd boek sinds de vorige druk uit 1957. O.a. zijn hierin weer zo'n 140 nieuwe soorten opgenomen, waardoor het totaal nu 1411 bedraagt. Ongetwijfeld, komen daar nog vele soorten bij de komende jaren, omdat op het gebied van insekten e.d. nóg veel te onderzoeken en te ontdekken valt. In onze eigen streek heb ik de afgelopen twee jaar ook weer wat nieuwe soorten gevonden of Van anderen ontvangen. Dit alles 'toevallig', want een echte speurtocht zou onge twijfeld al gauw enkele honderden soorten opleveren. Hier dan de betreffende soorten. Voor het begrijpen van de tekst is het wellicht handig eerst nog eens het vorige artikel in te kijken. 1. Tetrameae hyaiipennis (een wesp) op Biestarwegras (Elytrigia junceiformis)Januari '82, overstoven zeedijk tussen Kruishoofd en de Groese-duintjes. De stengelleden aan het eind van de halm zijn sterk ver kort en gezwellen. De blad stelen zijn verbreed, de blad schijven zijn klein gebleven. Zodoende ontstaat een hard- wandige gal, in het merg ervan leeft een larve. De gal wordt in september gevormd, de wespen vliegen in juni uit. 2.Liposthenes latreillei (een galwesp) op Hondsdraf (Glechoma hederacea)De Plate. Op de plaats waar het blad of bladsteel (of een enkele keer een bloem) aangetast zijn, ontstaat een grote kegelvormige of meer ovale gal, 5-22 mm in doorsnede. De kleur blijft groen of wordt roodachtig, de oppervlakte is bedekt met onvertakte 1 mm lange witte haartjes. Als de gal op de blad - steel zit, dan blijft de steel aan de kant ervan zitten. Op het blad bolt de gal naar beide zijden op. In de gal liggen enkele ronde galkamers, die door een dunne, harde wand omgëven zijn. -135- ex. ex. ex. ex. ex.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1982 | | pagina 17