Aafiwulliiiriigeirn
Wat een geluk, het beest zette zich zo'n 300 meter van me
vandaan neer op het akkerland. Alles wat vleugels had was
ondertussen in grote paniek opgevlogen. Met de-kijker kon
ik al zien dat het om een hele grote ging, maar de teles
coop moest alles duidelijk maken. Nou, dat was een arend,
kon niet missen, wat een gevaarte. Met gemengde gevoelens
hield ik de roofvogel in de kijker. Enerzijds bewondering
voor het imposante uiterlijk, wat een snavel I, en verwon
derd over deze onverwachte ontmoeting. Anderzijds nerveus,
om toch maar niets te missen van de kenmerken, die een
latere determinatie mogelijk zouden maken. Er bestaat
namelijk voor een vogelaar niets vervelenders dan het
besef iets bijzonders gezien te hebben, zonder te weten
wat het eigenlijk was.
Gelukkig, de arend bleef zo'n 5 minuten zitten en ik kon
de volgende kenmerken noteren: het verenkleed bestond alleen
uit verschillende tinten bruin, zonder erg opvallende
kleurafwijkingen. Vooral op de rug was het bruin nogal
gevlekt,de forse grijze snavel viel erg op.
Binnen de kortste keren zaten er enkele Kauwtjes (of waren
het Zwarte kraaien) rond de arend, maar ze vielen zowat
in het niet bij de grootte van hun indringer. Ook een
Kokmeeuw had de moed de arend te belagen en bleef heel de
tijd irritant boven z'n kop hangen.
Of het de reden vormde om te vertrekken is onduidelijk,
waarschijnlijk wordt de vogel overal op een dergelijke
manier ontvangen. De arend vloog op en passeerde op enkele
tientallen meters,om in een enorme snelheidheid in noord
oostelijke richting te verdwijnen.
Het was moeilijk de houding van de vleugels te bepalen,
want na 4 tot 5 krachtige slagen werd er maar een korte
glij-pauze aangehouden. Ook in de vlucht waren er buiten
donkere en lichte tinten bruin geen opvallende kenmerken
waargenomen. De staart was kort, wat rafelig, de vleugels
breed en gevingerd.
Thuis werd alle beschikbare literatuur opgetrommeld.
Enkele afbeeldingen gaven uitsluitsel: het was een onvol
wassen Zeearend geweest. Enkele foto's lieten duidelijk
het bruin gespikkelde verenkleed zien en ook de grote
grijze snavel was een goed kenmerk. Ook bleek de vlucht
met korte glijpauzes kenmerkend voor een Zeearend die
doelgericht vliegt.
Een artikel in het tijdschrift 'Limosa' ('82, nr. 4,
pag. 128-129) leerde, dat het ook de meest voor de hand
liggende mogelijkheid was:"Sinds de winter 1960-1961 zijn
er 130 maal Zeearenden in ons land aangetroffen, dat wil
-32-
zeggen gemiddeld zes exemplaren per winter. Met name de
laatste winters worden relatief veel Zeearenden waargenomen,
voor een belangrijk deel in het gebied van de Oostvaarders-
plassen. Er zijn echter ook winters zonder ('70/'71) of
met slechts enkele waarnemingen"
Uit dezelfde periode zijn er 5 waarnemingen bekend uit
Zeeland en 2 uit Zeeuws-Vlaanderen. Uit de gegevens, die
voor de avifauna worden verzameld blijkt, dat er toch meer
gezien zijn dan de 2 vermelde. Daarover zal in de avifauna
t.z.t. bericht worden.
Maar los van deze leerzame statistieken blijft het een
enorme ervaring zo'n vogel in de eigen streek te kunnen
waarnemen
thijs kramer
In het artikel "opmerkelijke trek van de Grote gele kwik
staart in het najaar van 1982" uit het vorige nummer
p.134 is 1 waarneming niet opgenomen:
28-8-82, 1 ex. Zwinpost (med. R.v.Westrienen)
Ook op het artikel"Broedvogels in West Zeeuws Vlaanderen
1982" ontvingen we een aantal aanvullingen:
Grauwe gans: mogelijk Ratte
Torenvalk: mogelijk de Reep
Kwartel: mogelijk Oud Groedepolder
Scholekster: zeker de Blikken
Kluut: zeker Zwarte Gatsekreek 2 koppels
Tureluur: zeker Oranjepolder 1 koppel
Ransuil: zeker het Poldertje Nieuwe Sluis
Gierzwaluw: zeker Schoondijke, Hoofdplaat RK Kerk 2-3k
Ijsvogel, lk zeker, tussen Breskens en Hoofdplaat
Grote bonte specht: mogelijk omgeving Zwarte gat.
Grauwe vliegenvangerzeker Groede dorp
Wielewaal: mogelijk Aardenburgse havenpolder
Zwarte kraai: zeker omgeving Hertenkamp Groede