Brugs VeïdornSthoIogssch Jaarboek
Paddestoelen o AanvuDlangen
Het is met veel genoegen dat we kunnen vaststellen,
dat het initiatief van de afdeling Brugge van de
Belgiese Jeugdbond voor natuurstudie en milieubescher
ming geleid heeft tot een derde jaarboek. Niet alleen
het uiterlijk is er sterk op vooruitgegaan, een druk
fout daargelaten. Ook inhoudelijk heeft het jaarboek
aan kwaliteit gewonnen. Dit is ongetwijfeld te danken
aan de stimulerende werking die er van een dergelijk
initiatief uitgaat op de vogelaars.
Op onderstaand kaartje is het gebied weergegeven die
het jaarboek bespreekt.
Van dit gebied werden alle gegevens verzameld en bewerkt.
Op zich al een gigantiese klus. Een twintigtal schrijvers
is vervolgens aan het werk gegaan, wat 5 hoofdstukken
heeft opgeleverd, die allen een bepaalde vogelgroep
behandelen.
Een indrukwekkend aantal tellingen van bijna alle
watervogelgebieden in het Brugse worden weergegeven.
Vooral wat de watervogels betreft is het beeld bijna
kompleeti
-68-
Het is jammer dat het hoofdstuk 'Vogels over zee' zo
summier is gebleven. Met zoveel teluren zou veel meer
te doen zijn en het beeld kunnen kompleteren, dat na
jaren telwerk van de nederlandse kust is verkregen.
De roofvogels genieten de bijzondere aandacht van onze
zuiderburen, Voor ons levert dat prachtig vergelijkings
materiaal op voor de roofvogeltellingen van de laatste
jaren. Misschien is het interEssant op dit gebied wat
meer samen te werken.
Ook hier moeten we konstateren dat de kleintjes er weer
bekaaid afkomen.
Al met al een uitstekend boekwerk, en als we niet op
passen is er eerder een avifauna van het Brugse dan van
Zeeuws Vlaanderen.
tk
Deel twee van de "Paddestoelen van Zeeuws-Vlaanderen"
is dit voorjaar verschenen. André de Meijer hoopt hier
mee het beeld van wat er op mycologies gebied te vinden
is in onze streek kompleet te maken.
Deze uitgave heet bescheiden "Aanvullingen", maar is
nog dikker dan de eerste en zeker zo degelijk volge
propt met gegevens als de vorige.
Naast de aanvullingen op de vondsten treffen we een
hoofdstuk aan, dat ingaat op voorkomens frequentie
van de soorten en de bodemgesteldheid. Ook zijn er ver
spreidingskaartjes gemaakt van paddestoelen die meer dan
2 keer gevonden werden. Verder hoofdstukken over soorten
op stobbes van afgezaagde populieren, en speciale aandacht
voor de populierhoed en het judasoor.
In het afsluitende hoofdstuk treffen we een bespreking
aan van het onderzoek en wat voor natuurbeschermers
van belang is een waardering van de geïnventariseerde
gebieden.
De rijkdom wordt zeer groot genoemd van de overgangs-
zöne van duin naar schor in de Verdronken Zwarte polder.
In het hakhoutbosje direkt achter de Erasmushoeve
is de grootste rijkdom aan paddestoelensoorten op deze
zware klei gekonstateerd in Zeeuws Vlaanderen op een
dergelijke kleine oppervlakte. De mycologiese rijkdom
is hier vooral een gevolg van de vrij grote hoeveelheid
dood hout op de grond.
Verder worden de Elderschans, het Groese duin en het
Jaegersbosje genoems als waardevolle gebieden.
Wederom is er een indrukwekkend werk verschenen, een
must voor mycologen en een bruikbaar werk voor natuur
beschermers.
tk
-69-
NEDERLAND
'tidtgem
AssrbroTi
Si Andrtts
Erntgtn
!orh 9ut
Wtngtni^
WEST-
VLAANDEREN
Wl-["etrtr