D
BAC
W\T
KLEURRINGEN
JE KUNNEN VERTELLEN
Het is voor veel mensen niet nieuw als ik vertel dat
vogels geringd worden. Vaak gebeurt dat d.m.v. netten,
waar de vogels mee gevangen worden, waarna door de
ringer, een zeer bevoorrechte positie in de nederlandse
vogelwereld, vakkundig een metalen ring om een van de
poten wordt aangebracht met een speciale tang.
Elke ring draagt een nummer en de naam van het vogel
trekstation waar dit nummer met de bijbehorende infor
matie geregistreerd staat. Deze manier van onderzoek
heeft ons vele nuttige en leuke dingen geleerd over
vogels, maar daarover heeft u vast wel eens wat gelezen.
Vrij nieuw is het aanleggen van kleurringen.
Om êën of beide poten worden dan één of meerdere
van een soort plastic vervaardigde ringen aangebracht.
Het grote voordeel van deze manier van ringen laat
zich gemakkelijk raden.Is het voor een vogel met een
metalenring noodzakelijk dat je deze in de hand moet
hebben (door terug vangen of dood vinden) om de indivi
duele vogel te "herkennen", bij een vogel met een kleur
ring kun je dit met kijker en/of telescoop doen, zonder
daarbij de vogel steeds te moeten vangen.
Zeker bij onderzoek dat vrij intensief plaatsvindt
binnen een klein gebied zoals bijv. fourageer- en ter
ritoriumgedrag bij steltlopers in hun wintergebieden,
kan op deze manier een hoop informatie verzameld worden.
Elke vogelaar die zijn ogen open houdt kan ze tegenkomen.
Zo zag ik o.a. bij bergeenden, kleine zwaan, scholekster,
lepelaar, rotgans, brandgans, wulp, en recentelijk nog
bij een rosse grutto op het Paulinaschor van dergelijke
kleurringen. Het is belangrijk dat je precies opschrijft
in welke volgorde de kleuren van boven naar beneden
gerangschikt zijn en aan welke poot ze zich bevinden.
Zo zijn bijv. bij de kleine zwaan de mannetjes rechts
geringd en de vrouwtjes links.
Vaak is het gemakkelijk als je een schets maakt, waar
in je dan ook de breedte van de afzonderlijke kleurbanden
kan aangeven. Soms bestaat de kleurring maar uit êên
kleur en staat er een cijfer en/of lettercode op. Zo
zat er bijv. in december '82 een kleine zwaan bij Uzen-
dijke met een gele ring met daarop de letters BAC.
Hieron *_der een paar voorbeelden van een schets
geelt links
onderloopbeen
groen
rood b lauw
geel met 2 groene
banen om rechter
poot bovenloopbeen
links
rechts
allen om onderloop
been.
Waar ook op gelet moet worden is of de ring(en) om liet
boven- resp. onderloopbeen zitten, m.a.w. zitten ze
boven het zichtbare pootgewricht (wat we de knie zouden
kunnen noemen maar eigenlijk de enkel is, zie anatomie
verhaal in het vorige nummer) of eronder.
Het aflezen en beschrijven van de kleurringen moet dus
vrij nauwkeurig gebeuren. Maar hou hierbij dan in het
achterhoofd hoeveel werk de ringer gehad heeft om ze te
vangen en te ringen Sn aan de leuke gegevens die je
dan meehelpt te verzamelen.
Zo kreeg ik te horen dat "mijn" Paulinaschor rosse
grutto geringd was in Noord-oost Engeland (Teesmouth)
op 26 november 1981, waar deze de hele winter bleef tot
minstens 9 februari '82. Hij kwam daar niet terug in
de winter van '82/'83 zodat men aannam dat hij mogelijk
was gestorven.
-55-