In het Zwarte Gat krioelde het van de wilde eenden:
zo'n 100. De dodaars was druk dan het duiken. Hij was nog
ln zijn zomerpakje.
Op het akkerland bij de Zoete kreek en op het strand
zagen we heel wat kleine mantelmeeuwen 60)met gele
poten. Een enkele grote mantelmeeuw stak~~er boven uit.
Op het krulshoofd van de Walendljk konden we wat steen
lopers zien, 2 paarse strandlopers en 3 spreeuwen
zochten er voedsel.
We gingen langs de Walendljk naar Nieuwe Sluis. Vele
piepers, een witte kwikstaart, enkele gele kwikstaarten
zaten of vlogen tussen de palen. En het regende maar.
We begonnen wat meer naar de planten te kijken. Het
krioelde van de hertshoornweegbree en zee-alsem tussen
de basaltblokken. We zochten naar de zeekool op de
enige ons bekende vindplaats. Sjaak ontdekte hem tussen
de andere planten. Deze plant staat daar minstens sinds
de zomer van 1976. Het klimaat is hier waarschijnlijk
te koud om hem tot bloei te brengen.
Enkele andere planten die ons opvielen waren: zeepostelein,
muurpeper, zeeaster, zeeraket, loogkruid en melkkruid.
Bij 'het killetje' zochten we tevergeefs naar de blauwe
zeedistel. Wel zagen we grote wilde tijm. In de duinen
blonken de fel gele teunisbloemen, die daar staan nadat
de bunkers gesloopt zijn. Wie heeft die daar gezaaid?
Nog enkele waargenomen vogelsoorten: zilvermeeuwen,
kokmeeuwen, 2 blauwe reigers, een stuk of 8 meerkoeten,
één grote stern en Sén visdief, een troep spreeuwen
en een duumpje.
P.van 't WESTEINDE
Excursie naar Kaap "gris Nez", 25 september 1983.
Het was weer erg vroeg, half vier 's morgens, toen we met
8 personen van de vogelwerkgroep richting Frankrijk
vertrokken naar Kaap "gris Nez", het punt waar de vogel
trek zich concentreert en waar we zodoende onze kennis
over vooral zeevogels flink kunnen bijschaven.
We kwamen als eersten bij de Kaap aan en hadden dus
het mooiste plekje om de vogels te bekijken: Uit de wind
en, nadat de zon hoog genoeg was geklommen, in het.zon
netje.
De wind was Noord/Oost en dus verkeerd: De vogels werden
teveel afgedreven naar de Engelse kust zodat ze alleen
met de telescopen goed te bekijken waren. Maar met onze
gewone verrekijkers was ook genoeg te zien. Constant waren
-82-
voor de kust eidereeiiden aanwezig (tot 30 ex.), waarvan
de adulte mannetjes altijd prachtig zijn om te zien.
Vroeg in de ochtend werden we ook verrast door een wes-
pendief op trek.
Op zee waren vooral de zwarte zeeëenden en grote sterns
flink op trek. Ook de Jan van Genten waren tamelijk aktief,
veel juvenielen, maar ook de adulte, prachtige zwart
witte Jan van Genten werden waargenomen.
De kleine jagers waren vooral voor de nieuwelingen onder
ons iets unieks omdat deze vogels nog niet op hun soorten
lijstje voorkomen. Enkele ex. toonden ons hun jacht
techniek: Een stern net zo lang achtervolgen totdat de
stern zijn voedsel uitbraakt en de jager het oppikt.
Van ëën ex. werd vermoed, dat het een middelste jager
was. Zekerheid daarover is niet verkregen. Weinig pijl
stormvogels, enkel 3 noordse en dat terwijl Eric M. zo
had gehoopt op een grauwe pijlstormvogel. Zijn dag werd
echter goed gemaakt door de waarneming van het zeldzame
stormvogeltje, een vogeltje dat laag over het water
vliegend iets van een huiszwaluw wegheeft.
Soortenlijst van de dag: Zwarte zeeëend 1050, wespendief 1,
noordse pijlstormvogel 3, grote gele kwikstaart 3 rN,
grote zeeëend 6, kleine jager 22, 1 rN, Jan van Gent 565,
2 rN, grote stern 565-5 rN, noordse stern/visdief 226
9 rN, duiker spec 7, parelduiker 1, roodkeelduiker 2,
alk/zeekoet 12-1 rN, aalscholver 9, dwergmeeuw 16,
drieteenmeeuw 51, stormvogeltje spec. 1, smient 13,
slobeens 3, taling spec. 8, oeverpieper 3.
Verder werden ter plaatse waargenomen: lo roodstaart spec,
veel graspiepers, spreeuwen, mussen, kneuen, putters,
5 paapjes, 1 tapuit, 1 zwartkop en verschillende meeuwen
soorten
Alles bij elkaar toch een redelijke lijst. Verder wil ik
hierbij onze chauffeurs Marcel en Huib bedanken voor de
moeite om ons erheen te rijden. Tenslotte moesten zij
rijden en konden de medereizigers nog even slapen!
ERIC BLAAKMAN