uitgesproken dat ze eens per jaar en wel op nieuwjaars
dag terug mocht keren totdat ze door een mensenhand
gedood werd. Sedert die dag jaagt men er alle Winter
koningen van 's morgens vroeg tot 's avonds laat.
Ook hier wordt ieder veertje dat ze verliezen zorg
vuldig bewaard, daar dat gedurende het volgende jaar
tegen schipbreuk beveiligt. Geen,visser betreedt zijn
boot zonder een Winterkoning of een veertje ervan
mee te nemen, omdat een betoverde geest is die ongeluk
veraf houdt"
In het zuiden van Frankrijk wordt het vogeltje, hangende
in twee door elkaar gesloten hoepels plechtig rond
gedragen en al zingend, dat hij koning der vogels is.
Te Carcasonne droeg men hem rond, vastgemaakt aan een
staak versierd met slingers van olijf-, eiken- en mare
takken
Heel lang geleden werd het vogeltje door het heidense
volk druidevogeltje geheten en men vermoedt dat er magische
krachten werden aan toegeschreven. Mogelijks kunnen voor
gaande gebruiken en rituelen verklaard worden door het
feit dat christelijke zendelingen in hun ijver heidense
gewoonten en gebruiken met wortel en al uit te roeien
ook het koninkje niet ontzagen en het daarom op een
christelijke hoogdag in het openbaar wilden doden.
Dit analoog met het feit dat ook veel door Germanen
geheiligde planten in een kwaad daglicht werden gebracht
en duivelse namen kregen als duivelsklauw voor de va
leriaan en indertijd aan de godin Hertha toegewijd
kruit.
Op IJsland heette men het Koninkje'ftSusarbrodir"
(Muizenbroeder)Dit vooral omdat" het, zoals de muis
zelden overdag gezien wordt, zich in donkere holen en
hoekjes ophoudt en soms diefachtig is. Ginder heet het
dat Winterkoninkjes het vlees wegpikken dat op de zol
der en in de schoorsteen hangt. Dit alles droeg bij tot
het bijgeloof dat het vogeltje een boze geest zou zijn.
Sommigen vonden er iets op door in de schoorsteen twee
houtstaafjes te steken, kruisgewijs, in de mening ver
kerende dat het vogeltje aldus het kruis niet durft
naderen om van het vlees te stelen, 's Morgens en 's
avonds in de schemering is hij meestal op de grond
te zien. Deze eigenschap deelt hij met zijn zus: de
muis.
-90-
Tot slot volgt nog een reeks bijgelovigheden:
- Verwerkt men het hartje van een koninkje in het heft
van een mes dan is de wonde, die men met dit mes toe—
br engtongeneesbaar
- De gedachte van een ander kan men te weten komen
als men het hartje neemt, het bij droog weer ophangt
tot het hard geworden is, het dan in een doek bindt
en het in de hand houdt terwijl men met iemand aan 't
praten is.
- Wast men zich met het warme bloed van de Winterkoning,
dan kan men geesten zien zowel bij dag als bij nacht.
- Om iemand in een diepe slaap te doen verzinken neemt
men het kopje en hangt men het boven het^hoofd van de
slapende op. Hij ontwaakt niet eerder dan als het door
dezelfde persoon weer weggenomen is.
- Wie zich in Tirol tegen steenziekten (nier- en gal
stenen) wil beschermen, die brandt een koninkse tot
poeder en neemt een mespunt vol met ereprijswater in.
Gedroogde kikvorslever helpt ook maar met steenbreekwater
innemen
Het geloof aan de bijzondere sfeer die het vogeltje
omhult is, ondanks rituelen en bijgeloof, toch bewaard
gebleven. Hoe kan het ook anders als men het met zijn
korte afgeronde vleugels en stompe staart, die hij steeds
opgericht houdt, levendig van aard en met grote vlug
heid ziet rondspringen in heggen, struiken en struweel?
"Welke koning ie zonder land? Welke koning kan vliegen?
Johan BOUSSAUW
Doornhut 7
8310 Sint-Kruis Brugge
BIBLIOGRAFIE
- Flora magioa, Isidoor Teirlinck
- Natuurverklarende sprookjesDe Koek
- Die Vögel im gesohiohte, sagebrauoh und literaturt
K. Knortz, München
- Vlaamse dierensprookjesV. de Meyere 1933
- De dieren in het Germaanse volksgeloof's Gravenhage
1887, Baron Sloet.
Dit artikel werd met toestemming van de redaktie van
het tijdschrift "Mens en vogel" overgenomen.
"Mens en vogel" is het orgaan van het Coördinatie
Comité voor de Bescheming van de Vogels (CCBV)
14 Durentijdlei, B 2130 Brasschaat (B)
-91-
i