Dl NATUUR IN WZVL EEN SCHOLEKSTER GEVONDEN Het onderwerp natuur staat de laatste tijd behoorlijk in de belangstelling. Een goede zaak natuurlijk, alleen het begrip natuur(gebied) wordt nogal eens verschillend vertaald, ook in natuurbeschermingskringen. De één vindt een pas gemaaid grasveld een lust voor het oog. De ander geeft de voorkeur aan wat minder strakke lijnen, bv. een spontaan gegroeid bosje. En wat de één druk vindt, geeft voor de ander een zee van ruimte. Om wat duidelijkheid te scheppen in deze spraakverwarring is de naam rustgebied inplaats van natuurgebied wellicht toepasselijk: Hoe meer rust een bepaald gebied uitstraalt des te waardevoller en mooier het is. West Zeeuws Vlaanderen is vooral door zijn kuststrook rijk aan verschillende natuurgebieden. Gebieden zoals het Zwin en de Zwarte polder hebben een grote bekendheid gekregen door een verscheidenheid aan natuurlijke ele menten. De wat minder bekende gebieden, vaak kleiner van oppervlak, zijn minstens zo belangrijk voor flora en fauna. Voor de mensen hebben ze een ontspannende funktie,toch? Vooral op de landkaarten vallen deze overhoekjes niet op. Aangezien landkaarten veelvuldig gebruikt worden bij het maken van nieuwe plannen begrijpt u de mogelijke gevolgen. In onze streek staan nog steeds nieuwe rekreatie plannen op stapel. De ekonomie en de werkgelegenheid zullen de argumenten zijn. Maar wat vandaag ekonomies is, is morgen misschien verouderd of niet rendabel. West Zeeuws Vlaanderen heeft nu eenmaal een landelijk aanzien. De landbouw, de veeteelt en rekreatie zijn uit gegroeid tot een bepaalde dichtheid. De grenzen tot op zichte van elkaar worden vaak onderbroken door de zo genaamde overhoeken, waardoor toch een bepaalde afzon dering tussen deze gebieden plaatsvindt. Promenades, kaarsrechte zeedijken rekenen voorgoed af met een afwisselend lanschap. Veranderingen in de toekomst zullen dan ook goed overwogen moeten worden, anders zal de natuur zwaar inleveren aan rust en ruimte. Een moeilijke taak die op de schouders rust van de ver antwoordelijke instanties. Hopelijk zullen de overhoek jes, rietvelden en minder bekende gebieden als de Groese duintjes gespaard blijven. Rien Marijs. -136- In het vorige nummer van het Duumpje hebben we al stil gestaan bij de verontreiniging van de kokkels in de Wester- schelde door zware metalen als cadmium en kwik. We hebben gewaarschuwd voor het regelmatig eten van deze schelpdieren. Wat de gevolgen zijn voor de verschillende vogelsoorten, die in grote hoeveelheden kokkels eten is tot nu toe nooit onderzocht. Trouwens, het onderzoek haar de giftigheid van zware metalen staat nog in de kinderschoenen. Ook al worden deze metalen al jaren in grote hoeveelheden in het oppervlaktewater geloosd! In de Westerschelde is de aanwezigheid van zware metalen al jaren vastgesteld. Langs de oevers en op de slikken van de Westerschelde fourageren dagelijks tienduizenden vogels. De Westerschelde is voor een aantal soorten van internationaal belang. Een belang wat in de nabije toekomst na de gedeeltelijke afsluiting van de Ooster- schelde waarschijnlijk alleen maar zal toenemen. Deze zeearm leent zich zodoende uitstekend voor een onderzoek naar de invloed van zware metalen op vogels. Vooral scholekster eten in grote hoeveelheden kokkels. Het ligt voor de hand dat in dit beest de gehaltes zware metalen groot zijn. Het leek ons daarom een goede zaak dode scholeksters uit de Westerschelde te verzamelen en aan het Centraal Diergeneeskundig Instituut (CDI) voor onderzoek aan te bieden.Het CDI heeft ondertussen toege zegd scholeksters te zullen onderzoeken. De resultaten kunnen een eerste aanwijzing geven, zodat andere instanties benaderd kunnen worden het onderzoek verder uit te diepen. De eerste 4 scholeksters zijn intussen opgestuurd en onderzocht. Deze scholeksters werden gevonden op of in de buurt van de Hooge Platen. De loodgehaltes in de organen waren niet afijkend volgens het CDI. Interessant zijn wel de gehaltes cadmium in de nieren. Bekend is dat cadmium zich ophoopt in de nierschors. Van de 4 scholeksters bedroeg het aantal mg. per kg droge stof van de nieren resp. 8,9 10,5 9,0. 28,5 mg. Bij 1 van de scholek sters was een zware nierdegeneratie vastgesteld. Dit laatste gelde ook voor een visdiefje dat op 1 oktober jl. gevonden was op de Hooge Platen en waarbij in de nieren 51,8 mg/kg werd gevonden. -137-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 1983 | | pagina 14